29 APRIL 1992 164 gelet op artikel 30 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad van Breda; besluit: het dictum van het bij het preadvies behorend concept-besluit onder 4. te wijzigen als volgt: 4. - het Reglement op het studiefonds van de gemeente Breda te handhaven; - daarvoor in 1992 een subsidie te verlenen van 10.000,-- ten laste van het in 1992 uitgetrokken budget voor het te voeren minimabeleid in 1992; - aan de mogelijkheden die het Bredaas Studiefonds biedt via dezelfde voorlichtingsmedia als bij de Bijstand worden gebruikt c.q. op eenzelfde voorlichtingsniveau bekendheid te geven. en gaat over tot de orde van de vergadering. De heer PEETERS Het voorstel omvat een pakket maatregelen in het kader van het te voeren minimabeleid in dit jaar. Wij vinden het van belang dat naast de voorgestelde voorzieningen ook meer het accent gelegd wordt op de voorlichting, omdat steeds weer blijkt dat veel mensen niet op de hoogte zijn van mogelijkheden en voorzieningen. Met betrekking tot hetgeen mevrouw Van Beusekom over het Bredaas Studiefonds heeft gezegd, wil ik opmerken dat onze fractie voldoende gecontenteerd is met betrekking tot hetgeen daarover in de commissie is gezegd, op mijn uitdrukkelijke vraag, ten aanzien van de kwestie of mensen al of niet tussen wal en schip zouden vallen wanneer het studiefonds zou worden opgeheven. Dat antwoord heeft ons voldoende gecontenteerd en daarmee moeten we vaststellen dat het dus voor de hand ligt dat het college voorstelt dit studiefonds op te heffen, omdat daarmee een voorziening ontstaat die in feite overbodig is. En ik denk dat daarmee de duidelijkheid niet gediend is en bovendien is het ook niet efficiënt. Daar wil ik het in eerste instantie bij laten. De heer SCHRöDER Allereerst ook de dank aan de functionele wethouder en uiteraard aan het college voor de aanpassing van artikel 9 van het Doorstromingsfonds, inderdaad een aanpassing, die gelet op de beantwoording in de commissie eigenlijk een aanpassing is die uiteindelijk neerkomt op het neerleggen in de regelgeving van een beleid dat al tijdenlang op deze manier werd gevoerd. Wij denken dat het een kwestie van zorgvuldige regelgeving is wanneer dat ook op deze manier wordt neergelegd, met name omdat daarin het gelijkheidsprincipe van alle burgers, die aanspraak op die regeling moeten maken, ook tot uitdrukking is gekomen. Laat ik ten aanzien van het Bredaas Studiefonds beginnen met te zeggen dat ik van harte het amendement van de VVD toejuich en dat zal straks ook blijken in onze stemming als het daarop zou moeten aankomen, maar dat zal allereerst van de beantwoording afhangen. Allereerst: in de Algemene Bijstandswet geldt dat voor studiekosten een voorliggende voorziening bestaat, de Wet Studiefinanciering. Welnu, wanneer we de beantwoording in de commissie hebben gehoord van de wethouder dan is het zo dat, wanneer mensen geen beroep kunnen doen op de Wet Studiefinanciering en er toch bijzondere omstandigheden aanwezig zijn, er dan een beroep zou moeten kunnen worden gedaan op Bijzondere Bijstand, of er kan onder omstandigheden een lening worden afgesloten bij de Gemeentelijke Kredietbank en om die reden in de visie van de wethouder zou het studiefonds kunnen worden afgeschaft. In de ogen van onze fractie is dat niet overtuigend. Het lijkt erop dat daarmee het kringetje rond wordt en straks is het zo dat bij elke instantie er alleen nog maar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 164