29 APRIL 1992
166
de wethouder in overweging willen geven om daarover toch, ik denk dat dat in dit geval nog
niet kan, op korte termijn met voorstellen te komen.
De heer DE LEEUW
In de commissie is de zaak uitgebreid besproken. In de discussie zijn de punten die ook vanavond
weer aan de orde komen, heel nadrukkelijk in beeld geweest en ten aanzien van een paar van
die punten wil ik toch een opmerking maken. In eerste instantie "in te stemmen met intensivering
van de voorlichting in het kader van het minimabeleid"Wij hebben daarover in de commissie
in ieder geval de opmerking gemaakt dat het niet een kwestie moet zijn van meer-meer, maar
dat ook gekeken zou moeten worden naar de kwaliteit in dezen en gekeken zou moeten worden
naar de functie, dus inzicht in de respons en dergelijke. Ik zou dat hier toch nog een keer willen
benadrukken. Dan ten aanzien van het studiefonds: er zijn ook veel zaken gezegd. Tijdens de
discussie in de commissie heb ik met name ook nog mee voorgesteld om te kijken of de zaak
inpasbaar was bij de afdeling onderwijs, omdat je misschien wat meer op de toekomst gerichte
ontwikkelingen, liever dün mee kunt nemen, omdat ze daar het eerst bekend zijn. Dus ten aanzien
van de mogelijkheden van het studiefonds, de financiering daarvan, enige sympathie. We hebben
in de fractie daarover wat verder gediscussieerd en we hebben gekeken wat de mogelijkheden
zijn die in feite geboden worden via de A.B.W. en dan zie je dat er ten aanzien van de
leeftijdsgroep 16- tot 18-jarigen misschien toch nog wat problemen kunnen komen. Ik bedoel:
dat wordt ook in het stuk in feite aangegeven. Om te voorkomen dat we mensen tussen wal en
schip laten vallen hebben wij eigenlijk het volgende bedacht en wij willen daarover uw mening
een beetje vragen. U praat zelf over mogelijkheden van de G.K.B.-regeling om leningen te
verstrekken. U begrijpt dat daaraan ook nog een financiële randvoorwaarde zit, althans in de
vorm van rente, de bijdrage die daar extra bovenop ligt. Misschien zou u kunnen overwegen
om dan daarin enigszins de betrokkenen tegemoet te komen. Anderzijds zou u kunnen denken:
misschien kunnen jullie het weghalen bij de gemeente in zijn geheel want in feite geeft u ook
aan in uw voorstel dat u daar toch van af wilt, zou u kunnen bedenken dat u wat meer subsidie,
eventueel gekoppeld hieraan, zou kunnen geven aan het particulier initiatief, die dan deze rol
over zou kunnen nemen. Van onze kant is het verzoek om eens na te gaan of een van deze
mogelijkheden wat soelaas biedt. Ten aanzien van het amendement willen wij eigenlijk in tweede
instantie reageren, maar graag dan ook de mogelijkheid om daar met de fractie nog over te praten.
DE VOORZITTER
Het woord is aan de wethouder.
Wethouder VAN RAAK
Als hij het amendement had, kon hij wat zeggen, maar
De VOORZITTER
De kopieermachine van de gemeente kan niet sneller werken dan
De heer VAN FESSEM
Krijgen wij ook nog de visie van het college hierover?
De VOORZITTER
Ja hoor, maar ik stel voor dat de wethouder eerst in eerste termijn antwoordt en
De heer VAN FESSEM
Over het amendement gaat u ook antwoorden?
I