29 APRIL 1992 169 hebben we geconstateerd dat ook daar andere mogelijkheden waren op basis waarvan we deze voorziening niet nodig hebben. Welnu, dan moeten we niet iets moeilijks doen, dan moeten we geen soort bureaucratie kweken waarin dit voor ons nog blijft bestaan als een soort "slipvormig aanhangsel" van ons minimabeleid. De vraag van de heer De Leeuw naar mogelijkheden om als je ze doorverwijst naar de G.K.B. te werken met een lagere rente, zou ik willen afwijzen. Ik denk dat we voor wat betreft de rentetarieven van de G.K.B.wanneer er dus sprake is van een P.L.'etje of zoiets dergelijks, die hebben vastgelegd. Daar kunnen we niet onder duiken, we sluiten ons aan bij de Postbank en die tarieven zijn maatgevend, ook in het kader van de landelijke overeenkomst die we met de andere volkskredietbanken hebben. Maar u weet even goed als ik, wanneer de cliënt daarvoor in aanmerking komt, wanneer hij aan het einde is van zijn aflossingsperiode en hij heeft volledig de bedragen betaald, dat hij dan een gedeelte kwijtge scholden kan krijgen, dat hebben we met de Bijzondere Bijstand bepaald dus daar kan hij van profiteren. Maar ik zou er niet op in willen gaan om een lagere rente te gaan rekenen voor mensen die een studielening bij de G.K.B. zouden willen afsluiten. De heer De Leeuw vraagt naar subsidiemogelijkheden aan het P.I. Wij subsidiëren het P.I. niet in dit soort zaken. Er is natuurlijk wel een voorziening, die nog helemaal als achterliggende voorziening beschouwd kan worden, dat is het HIBO (Hulp In Bijzondere Omstandigheden), waarnaar onze mensen uit de welzijnssfeer kunnen doorverwijzen. Daar kun je niet direct naar toe, dat gaat alleen maar via tussenfiguren - maatschappelijk werk, gezinszorg - die naar het HIBO verwijzen. Het HIBO is een particuliere instelling die met giften van particulieren, van andere instellingen, ook in een groot aantal gevallen, wij zitten daar in met een aantal mensen van de Sociale Dienst, tegemoet kan komen. Het zou kunnen dat dat ene hypothetische geval, die 0,01 van de 99,9% of zoiets dergelijks, daar nog naar doorverwezen zou kunnen worden. Maar laat ik u nu zo tegemoet komen: mocht er een geval zijn dat volgens de oude criteria wel geholpen zou kunnen worden door het Studiefonds, ik geloof er niet in, en volgens de nieuwe criteria buiten de boot zou vallen, dat ik u dat onmiddellijk meldt. Ik denk dat ik u niets te melden heb, maar laten we dit dan afspreken, want anders vrees ik dat u niet gecontenteerd bent en dat zou toch ook vervelend zijn. Richting de heer Schroder: dat is een herhaalde discussie over het minimapasje. De discussie hebben we gehad, ik heb in de commissie gezegd: beginnen we nu weer opnieuw, maar u kende de argumenten niet waarmee ik uw voorganger in de commissie, de heer Garritsen, regelmatig heb getracht om de oren mee te slaan, maar waarvan hij niet te overtuigen was dat ik gelijk had De heer GARRITSEN Maar het werkt bijvoorbeeld perfect in Den Haag, zonder enige vorm van stigmatisering. U kunt die zaken gewoon opvragen daar en het ook zo doen. Er zijn echt mensen enthousiast over en ik kan u nog een aantal plaatsen noemen. Met name wat u gebruikt hebt: de sportstimulering, daarover hebben we altijd gezegd dat het een heel minimaal iets is. Wethouder VAN RAAK Voor de mensen die het gebruiken is het inderdaad niet stigmatiserend, maar mij gaat het om de mensen die het niet willen gebruiken en wel degelijk tot de doelgroep horen. En dan denk ik dat we het geld dat we met Bijzondere Bijstand ingezet hebben, de financiële ruimte die u dus nu weer terug wilt nemen want daarop komt het in feite neer, want ook zo'n minimapasje zal betaalbaar moeten zijn, dan terug zullen moeten nemen en dat we onze besluitvorming over Bijzondere Bijstand zullen moeten herzien, want daar moet ik dat geld vandaan halen. Dat we met zijn allen met de besluitvorming rondom de Bijzondere Bijstand voor de hele groep veel en veel betere zaken hebben geregeld dan we ooit met zo'n minimapasje zouden kunnen doen is een bijkomend argument. En dat is wat ik toch even onder de aandacht van de heer Schroder wil brengen. De andere argumenten heb ik al zo vaak bestreden, hij kent mijn commentaar daarop. Het werkt niet, heb ik gezegd, dat was inderdaad voor wat betreft onze bijdrageregeling voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 169