29 APRIL 1992
hebben we een concreet punt om te kijken: hoe is dat gebeurd? Dan weten we ook exact waar
we het over hebben. Dat was de tweede termijn.
De VOORZITTER
Dan zijn we nu toe aan de besluitvorming.
De heer VAN FESSEM
Wij hebben nog niets gezegd, tenminste als u geïnteresseerd bent in onze mening over het
amendement.
De VOORZITTER
Over het amendement, daar kom ik nu aan toe.
De heer VAN FESSEM
Komt iedereen nog? Ik wil me niet opdringen.
De VOORZITTER
We gaan naar de besluitvorming en zoals u weet, als er amendementen zijn krijgt u de gelegenheid
om uw oordeel over het amendement te geven, los van de vorige sprekersronde over het voorstel
zelf. Wie van u heeft behoefte aan een oordeel over het amendement op dit moment? De heer
Van Fessem krijgt de gelegenheid.
De heer VAN FESSEM
Nu, heel kort, we hebben geen behoefte aan het amendement. Het is een erop vertrouwen, als
je dit soort opmerkingen in een besluit, in een wetgeving vangt, dat het dan goed is of beter is.
Ik heb vertrouwen wat dat betreft in de woorden van de wethouder en van het college, dus wij
hebben er geen behoefte aan.
De heer VAN GURP
Uiteraard had ik wel bedacht dat deze discussie over dit onderwerp zou komen. De reden waarom
ik niet ingegaan ben op dit onderwerp tijdens deze raad was, dat tijdens de commissievergadering
de meningen gewoon glashelder waren, zowel van de kant van de commissie als van de kant
van de wethouder. Dat is vanavond overeind gebleven en ook wij hebben, hoewel wij de motie
op zich sympathiek vinden, op dit moment er geen behoefte aan en vertrouwen op wat de wethou
der ons heeft toegezegd.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Wij zijn van mening dat inplaatsingsbeleid geen onderdeel hoort te zijn van de verdelingssystema-
tiek, dus komt dit helemaal niet aan de orde bij ons.
Mevrouw DAMMER-NOORMAN
Wij sluiten ons ook aan bij de woorden van de heer De Bruijn.
De VOORZITTER
De indiener zelf mag uiteraard zijn stemverklaring niet geven, want die stemt uiteraard voor,
tenzij hij bereid is om het amendement in te trekken.
De heer MAAS
Ja, maar ik wil ook wel aangeven waarom ik het amendement handhaaf.
182