29 APRIL 1992 191 De heer VAN OS Bij interruptie, mijnheer Garritsen, u vindt dus, in tegenstelling tot wat er in de commissie gezegd is, dat Het Ei eventueel wèl gesloten kan worden. De heer GARRITSEN Ik denk, als u mij laat uitpraten, dat ik u compleet helder kan vertellen hoe wij er tegen aankijken. Wij denken, waar je praat over die drie zwembaden, dat het dan van belang is datje moet kijken: wat wil je nu terug. En dan denken wij dat het van belang is dat je in de binnenstad tóch een buitenbad gaat behouden, een beperkt buitenbad, dat je in die binnenstad ook een overdekt bad behoudt en een instructie- en therapeutisch bad, zouden we haast zeggen, wat De Spetter is. Dat je dan een onderzoek doet naar een combinatie daarvan vinden wij nogmaals een uitstekende zaak. Maar op het moment datje nog geen definitieve locatie hebt, waarover ook de PvdA spreekt, is het natuurlijk onzinnig om te zeggen: we gaan nu al Het Ei sluiten. Want juist bij de hele discussie die we hebben gehad in het verleden over de sluiting van Het Ei, is met name, ik mag wel zeggen raadsbreed gezegd: het heeft toch een belangrijke sociale functie ook naar de buurten toe waar het zit en als ik dan nu in het preadvies kijk, en ik lees pagina 2, dan wordt er gesproken over het sociaal rendement van het bad en dan wordt gezegd: het ontvangt 8% van het bezoekerstotaal van de zwembaden. Die kille manier van benadering, sociaal rendement op die manier naar de buurten toe: voor ons is het onaanvaardbaar om dat zo te zeggen. Met name al die handtekeningen die zijn opgehaald, tienduizenden mensen zeggen: voor ons is het van belang, voor de buurten waar het om gaat, dat er daar een buitenbad is, dat er een speelweide, een ligweide, bij is. Die zaak moetje overeind houden. We vinden hiervan geen letter terug in dit preadvies, we vinden dat eigenlijk stuitend. Ik denk dat die buurten het niet verdiend hebben om zo benaderd te worden. Wij vinden best, nogmaals ook in de richting van D66, dat je moet kijken watje verder gaat doen, maar dan moetje het ook op een goede manier doen en met een integrale besluitvorming komen. Als je dan gestart bent met een onderzoek waarin vanaf het begin eigenlijk over het Van Sonsbeeckpark werd gezegd: daar kunnen NAC en Het Ei gezamenlijk zitten en je komt aan het einde van de rit tot de conclusie: Het Ei kan daar eigenlijk niet zitten met NAC, en als je dan toch ook verder wat stukken gaat bekijken, dan vragen wij ons af of dat inderdaad zo is, of het niet kan. De argumenten om te zeggen dat die combinatie niet kan, overtuigen ons allerminst. Wij vinden dat op de locatie waar Het Ei is prima een nieuw bad zou kunnen komen. Wat betreft het verhaal, en ik denk toch ook dat dat de PvdA zou moeten overtuigen, dat die locatie niet bekend is en het bezoekersaantal minder wordt: als het juist specifiek voor de Bredase bevolking is, waar toch in het verleden meer bezoekers naar toe gingen dan nu: toen was het bad óók te vinden. Dat nu als argument gebruiken, het is een wat onbekende, wat weggestopte plaats, lijkt ons weinig overtuigend. Wat betreft het andere argument, de combinatie met het NAC-stadion: ik denk dat je natuurlijk daarnaar moet kijken. Maar als je dan in de onderliggende stukken ziet, zoals NAC nu met de plannen komt, dat van verschillende diensten uit wordt gezegd: NAC op die locatie, die renovatie, kan daar absoluut niet. En nu zou het wel eens voor kunnen komen dat we zeggen: op deze locatie kan Het Ei niet, omdat NAC er zit en straks zeggen we met de renovatie met de nieuwe plannen van NAC: NAC kan eigenlijk ook niet op die locatie. En wat doe je dan? Daarom vinden wij dat het noodzakelijk is dat je éérst een plan maakt voor het Van Sonsbeeckpark, iets wat het college in feite zelf ook wil gaan doen. Dat zul je eerst moeten gaan maken om te kijken watje inderdaad met het Van Sonsbeeck park kunt en voor ons is dat één van de locaties waar je een nieuw zwembad weg zou kunnen zetten. Of NAC daar zou kunnen blijven zitten: wij denken van wel, maar dan in een beperkte opzet, een stuk renovatie zou mogelijk kunnen. Wat betreft de overlast die NAC geeft met een overdekt bad ernaast, denk ik datje daar eens verder naar moet kijken. Er zitten inderdaad nadelen aan, maar zo extreem als het college het zegt, dat het eigenlijk niet kan en zoals ook het onderzoeksbureau het noemt: dat is voor ons niet zo overtuigend. Ik denk dat er aan elke locatie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 191