29 APRIL 1992 194
voetbalstadion ten enenmale onbetaalbaar is zowel voor de gemeente als voor NAC, hebben we
daar dus een probleem, gelet op de druk die dan op de buurt ontstaat, naast het ruimteprobleem
want kleine aanpassingen voor het NAC-stadion zijn niet mogelijk. De eisen die gesteld worden,
met name wat betreft de veiligheid binnen het stadion, maar ook veiligheid en beheersbaarheid
buiten het stadion, vragen om ruimte die op een gegeven moment de realisatie van een bad, ook
gericht alleen op de Bredase bevolking, te gering maken. Die conclusie hebben wij ook in de
commissies nadrukkelijk besproken en we hebben gekeken naar wat we dan moeten doen. Wij
hebben al lereerst geconstateerdalthans in ieder geval een meerderheiddat het openluchtzwemwa
ter in Breda fors aan de hoge kant was, zo niet te fors. Daar zou in teruggetreden moeten worden.
Niet in het water, maar met het water. Dat leidde vervolgens tot de conclusie: naar welk bad
ga je kijken. Dat dat uiteindelijk tot Het Ei leidde was een duidelijke zaak, gelet op de relatie
kosten enerzijds en aantal bezoekers anderszijds, waarbij uiteraard het aantal bezoekers dat van
Het Ei gebruik maakt niet te verwaarlozen mag zijn, maar wel in relatie tot het totaal aantal bezoe
kers dusdanig gering mede gelet op de kosten die dat met zich meebrengt. Dat heeft vervolgens
tot de conclusie geleid: het is geen wijkvoorziening. Blijkbaar is een bad als wijkvoorziening
een onhaalbare kaart gelet op de totale exploitatielasten die een zwembad met zich meebrengt.
Kortom, wij zullen moeten streven naar een stedelijke voorziening. Daarbij kwam bovendien
nog de problematiek van het sterk verouderde Sportfondsenbad dat toch zeker aan een forse
renovatie toe zou zijn zo niet aan een zeer grote renovatie of nieuwbouw, en de koppeling was
gauw gelegd: het Sportfondsenbad, een centrale functie in de Bredase gemeenschap, Het Ei dat
redelijk centraal tegen de binnenstad aanlag, - ik ga dus nu even voorbij aan, zonder dat te willen
ontkennen uit het verleden, de wijkvoorziening - leidt tot de conclusie dat een nieuw bad, dat
ter vervanging moet dienen van het Sportfondsenbad en mogelijk, dat hangt van het programma
van eisen af, een vervanging kan zijn voor De Spetter en voor Het Ei waarbij nadrukkelijk en
dat in de richting van de heer Martens en de heer Garritsen, moet worden vermeld, dat er niet
opnieuw open zwemwater wordt gecreëerd want dat was nu een van de grootste bottlenecks die
wij hebben geconstateerd, dus het wordt niet opnieuw een openluchtzwembad, in of nabij het
centrum zou moeten worden neergelegd. Ik geef toe, het is misschien voor u allemaal wat vers.
U heeft de dikke nota van het Structuurplan Binnenstad Breda gisteren uitgelegd gekregen en
net voor het weekend ontvangen. Als u daarin nogeens thuis kijkt op bladzijde 87, dan ziet u
daar een plaatje staan over het toerisme, een plaatje dat is gebaseerd op het binnenkort aan u
te presenteren toeristisch recreatief actieplan dat opgezet is in het kader van de knooppuntregio.
U vindt daar zones aangegeven in de binnenstad waar toeristisch recreatieve functies ontwikkeld
moeten worden. "Moeten worden" staat er in de nota, maar het is ook: "kunnen worden" uiter
aard. Kortom, er is wel degelijk rekening gehouden ook binnen het Structuurplan Binnenstad
met mogelijke ontwikkelingen in de recreatieve c.q. toeristische sector. Ik ga even de sprekers
langs om te kijken of ik veel zaken ben vergeten. De worsteling van de heer Martens: ik kan
dat goed begrijpen, wij kunnen ons als college uiteraard inleven. In uw eerste periode is er al
over gepraat, voor mij hoeft dit niet uw laatste periode te zijn. De feitelijke tekorten worden
ingeschat, u heeft het ook bij de kadernota kunnen zien, op ongeveer drie ton die wij volgend
jaar zouden willen inverdienen op de exploitatie. Wat het feitelijk zou moeten zijn, heeft natuurlijk
ook te maken met: wat gaan wij met de kapitaallasten doen en wat gaan wij uiteindelijk met de
grond doen? En dat laatste is weer afhankelijk van de stedebouwkundige visie die op dit moment
wordt uitgewerkt, uiteraard onder verantwoordelijkheid van de betreffende portefeuillehouder.
Wij kunnen ergens anders drie ton bezuinigen, ja dat kan. Dan had ik graag gezien dat u aangaf
wat wij dan even niet moesten doen. Wat betreft het programma van eisen: ik kom dan op de
planning van alle werkzaamheden zoals die aan de commissie is toegestuurd, op verzoek overigens.
Het is een indicatieve planning. Wij zijn uitgegaan van de ervaringen die wij de laatste jaren
hebben gekregen met wat grotere projecten in het Bredase, waarbij we op een gegeven moment
even van een blanco situatie uit moeten gaan, hoe gaan wij het programma van eisen opstellen?