29 APRIL 1992 195 Het heeft te maken met de relatie met De Spetter, maar het heeft ook te maken met de relatie met de overblijvende baden, omdat wij een optimale invulling willen creëren, uiteraard samen met de stichting Bredase zwembaden, en het gebruik willen realiseren van de verschillende zwembaden in het Bredase. Wij moeten geen dubbelingen gaan realiseren en achteraf zeggen: dat hadden wij daar ook al, of: dat hadden wij juist daar moeten realiseren, omdat wij daar toch mee bezig zijn. Kortom, je zult naar een goede afstemming toe moeten van het gebruik van die baden want dan kun je zo efficiënt mogelijk werken. Kortom, dat programma van eisen kunnen wij misschien wel uit de la trekken, maar dat is uit het verleden en dat is toch een wat andere situatie. Misschien kunnen wij er gebruik van maken, misschien niet. Maar laten wij wel een planning opnemen die voor ons enigszins realistisch is en als daar meevallers inzitten, ik zal het u zo gauw mogelijk melden, als ik kan, maar ik moet eerlijk zeggen, straks is die hemel al naar beneden gekomen, dat mocht van de VVD niet, maar als die naar beneden komt, dan gebeurt er misschien weer wat anders. Kortom, er zit misschien ook wel wat vertraging in. Het is volstrekt onduidelijk om het op dit moment al te zeggen. Maar dit is naar onze mening op dit moment een realistische planning. En op het moment dat daarin iets verandert, ten positieve of ten negatieve, zullen wij dat uiteraard onmiddellijk aan u melden. Op die overdekte ijsaccommodatie kom ik maar niet terug, mijnheer Martens, dat is ook een gebed zonder eind in het Bredase. De heer Meeuwissen heeft met name ook een relatie gelegd naar de totale aanpak, de tijdsplanning, het programma van eisen. Ik denk dat ik daar voldoende op ben ingegaan. De heer Van Os haalt nog een ander leuk punt naarvoren bij het ontwikkelen van dit zwembad, namelijk de gewenste beheersvorm. Wij zijn op dit moment met de eerste oriënterende gesprekken bezig met het bestuur van de stichting Bredase zwembaden om nog eens te kijken welke beheersvormen je naar de toekomst zou moeten gaan real iserenWij hebben gezamenl ij k geconstateerd dat de manier waarop de beheersvorm op dit moment draait in ieder geval niet de meest gelukkige is, laat staan de meest ideale. Of wij een ideaal plaatje kunnen bereiken is natuurlijk altijd maar even afwachten, maar wij willen nadrukkelijk de voor- en nadelen op een rijtje zetten. Misschien niet het wiel opnieuw uitvinden. Wij kunnen ook eens om ons heen kijken of er andere zinvolle ideeën ergens liggen, maar de manier waarop wij met elkaar moeten omgaan de laatste jaren is niet de meest makkelijke geweest, afgezien van alle problemen die zich daarbij uiteraard hebben voorgedaan en die los van de beheersvorm stonden. Kortom, de gesprekken zijn gaande, maar het een en ander is natuurlijk wel afhankelijk van het totaal inzicht van beide partijen, beider mogelijkheden en onmogelijkheden en de financiële consequenties. De heer Garritsen constateert eerst dat wij de goede kant opgaan als college, ik vind het altijd een compliment van de zijde van de heer Garritsen. Nu eindelijk eens een integrale aanpak, alleen mist hij volgens mij, als ik dan de rest van het verhaal lees, nog de helft. Dus: "een halve integrale aanpak" vertaal ik zijn woorden dan maar even. De erkenning van de zijde van de heer Garritsen over de problematiek van het buitenzwemmen is denk ik ook helder. Aan het eind zei hij alleen echter weer: Het Ei moet openblijven, maar ik koppel dat even aan zijn amendement, moet voorlopig nog openblijven, want feitelijk op het moment dat hij dat eerste erkende, betekent dat dat hij ook het sluiten op termijn niet onbespreekbaar acht. De relatie met NAC heb ik al even aangegeven, ik wil niet uitgebreid daarop ingaan. Dat is op dit moment niet aan de orde en dan kunnen wij morgen nog bezig zijn. De combinatie die de heer Garritsen ook aangeeft, hebben wij ook nadrukkelijk in het voorstel aangegeven: bekijk ook eens de functie van De Spetter, want als wij over De Spetter praten dan praten wij niet over het gebouw maar over de functie die erin zit, om dit te integreren. Dat is nadrukkelijk inderdaad de bedoeling. Als ik het diagonaal even bekijk, denk ik dat ik de meeste sprekers heb gehad. Dat betekent, en dat in de richting van de indieners van de amendementen die redelijk gelijkluidend zijn en aangezien wij het amendement van de PvdA al eerder hadden, dat ik toestemming heb van het college om gelijk door te gaan in eerste termijn om daarop te reageren zodat u daarop in tweede termijn kunt terugkomen. In het amendement van de PvdA zit ons inziens toch nog een financieel gat, drie ton, en u discussieert later maar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 195