30 JANUARI 1992 19 publicaties gestaan. Het is dus niet van de P.v.d.A. uitgegaan, of van mij uitgegaan, maar vanuit de zakenwereld is die zorg uitgesproken. En ik weet wel, we moeten het niet overdrijven, maar aan de andere kant moeten we niet zeggen dat we, omwille van angst voor publiciteit, niet meer over de problemen en eventuele gevaren mogen praten. De heer BOKKELKAMP U hoort er mij ook niet over praten. Het is wel zo dat U erover begint en ik heb Uw naam genoemd en ik heb niet de naam van Uw partij genoemd. Ik heb ook helemaal niets willen bedoelen met betrekking tot dat wat er geschreven zou zijn door U of Uw partij of wat dan ook. Alleen, ik denk dat je met dit soort uitlatingen voorzichtig moet zijn, gezien de zaken zoals de pers ze opneemt en verder wil ik er niks van zeggen. In de praktijk is gebleken dat je in het vervolg en dat is de lering voor de toekomst, er wat voorzichtiger mee zijn. De heer VAN GURP Tijdens de commissiebehandeling heb ik me voorlopig onthouden van een advies met betrekking tot dit plan. Onze twijfels lagen met name daar wat betreft de winkelvoorziening. Dat was voor mij ook de aanleiding om een enigszins ironiserend betoogje te houden, dat inderdaad niet van enige scepsis was vervreemd. Maar ik denk dat dat nodig was, omdat het van sommige kanten misschien al te enthousiast naar voren werd gebracht, met name wat betreft de lineaire structuur van het winkelcentrum en daar hebben wij wat vraagtekens bij. Desalniettemin denken wij dat het plan Heksenwiel toch voldoende kwaliteit in zich draagt. Wij zouden dan ook op dit moment van harte positief de zaak willen ondersteunen. Ik heb in de commissie ook al gezegd en dat herhaal ik dat ik inderdaad, mijnheer Van de Steenoven, hoop dat mijn woorden gelogenstraft zullen worden. Tot slot zou ik willen opmerken dat ik mèt de heer Dubbelman hoop dat wij als commissie en als raad bij de verdere planontwikke lingen betrokken zullen worden en dat dit ook zal gelden voor de omwonenden. De heer GARRITSEN Om met de laatste woorden van de heer Van Gurp te beginnen, in feite is dat ook heel uitdrukkelijk door de aanwezige wethouders toegezegd. De heer Van Raak was op dat moment niet bij die commissievergadering aanwezig, maar ik neem aan dat hij dat ook zal ondersteunen. Wethouder VAN RAAK Ik was wel aanwezig. U hebt vanavond wat met mij, geloof ik. De heer GARRITSEN Neen, Uw collega de heer Koekkoek was er toen niet. Omdat het met name een ruimtelijk plan is denk ik en ik heb er ook in de commissie naar verwezen dat als je een project doet middels een prijsvraag en op die manier de zaak gaat realiseren, je toch op de hoogte moet worden gehouden over hoe dat verder loopt. Van het plan Asterd is toen gezegd, dat we vanuit die prijsvraag een soort bestemmingsplan maken, dat ligt vast. Maar in de loop van het proces zijn er toch de nodige wijzigingen gekomen en ik denk dat, als die zaken zich voordoen, je in de betreffende commissie die zaken aan de orde moet stellen. Twee punten nog. Op de eerste plaats is dat de sociale veiligheid van een winkelcentrum. Dat is iets dat in heel Breda speelt en niet alleen in Breda. De ideeën die er soms zijn gaan in de richting van het eventueel verder afsluiten, een overkapping zit er als mogelijkheid in, er zit een mogelijkheid in om de entrees af te sluiten. Ik denk dat we daar absoluut niet naartoe moeten. Wij vinden met name dat je het open moet houden, dat het toegankelijk moet zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 19