4 JUNI 1992
209
en gewaakt. Daarvoor onze dank. Namens alle raadsleden wil ik graag een bloemetje aan de heer
Ouwerkerk en aan de heer Adriaansen aanbieden.
De VOORZITTER
Ik wijs u erop dat u op uw tafel een papier aantreft, waarop een tweetal correcties in raadsbesluiten
wordt voorgelegd. Anders zouden wij vanavond over het verkeerde huis praten, respectievelijk
over de verkeerde mevrouw.
II. MEDEDELING VAN INGEKOMEN STUKKEN.
Akkoord met de stukken genoemd onder A en D.
92. WIJZIGING REGELING STADSGEWEST BREDA 1990.
93. WIJZIGING VAN HET GEMEENTELUK RAMPENPLAN.
94. VERZOEK OM DE HEER E. DE BRUIJN TE BENOEMEN TOT ONBEZOLDIGD
AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND.
95. AUTOMATISERING/MICRO-VERFILMING PERSONENARCHIEF GEMEENTELUKE
SOCIALE DIENST.
Akkoord.
96. HUISVESTING B.S.W.
De heer DUBBELMAN
Namens onze fractie wil ik graag twee kanttekeningen plaatsen. De eerste kanttekening betreft
het sociale aspect dat hier aan de orde is. En de tweede kanttekening betreft het financiële aspect.
Het sociale aspect: naar de mening van de CD A-fractie is het een taak van de overheid om te
bevorderen dat de arbeidsomstandigheden zo goed mogelijk worden. De Arbeidsomstandigheden
wet heeft dat nogal omstandig uitgewerkt. De gemeentelijke overheid is daar dan ook mede
verantwoordelijk voor, vooral als het gaat om een instelling waarbij zij direct betrokken is. Het
volgende verbaast onze fractie. Kijken we naar de onderliggende stukken bij dit agendapunt,
dan constateren wij dat wij ten aanzien van dat sociale aspect, dat arbeidsomstandighedenaspect,
als gemeente ten aanzien van de B.S.W. nogal in gebreke zijn, in ieder geval tekort schieten.
Het is duidelijk dat de huidige huisvesting ongezond en onveilig is, kijkt u met name naar de
passages over het bewaren van gevaarlijke stoffen, en dus ook eigenlijk onrechtmatig, omdat
een en ander in strijd is met de ARBO-wet. Dit pijnpunt klemt te meer, omdat het gaat om
kwetsbare en gehandicapte werknemers. Vanuit die achtergrond is het dan ook logisch dat wij
geheel achter het voorstel staan om de huisvesting te verbeteren zoals voorgesteld. De tweede
kanttekening betreft het financiële aspect van het geheel. Wij constateren in dezen een
voorbeeldfunctie. De financiële dekking is zeer solide, het huisvestingsproject voorziet in een
verantwoorde investering van in totaal bijna 10 miljoen. Dat is een bedrag waarvan je op zich
kunt schrikken, maar de dekking is zeer duidelijk aangegeven en wij lezen dat de extra jaarlasten
na de verplichte aanwending van exploitatie-overschotten niet meer dan ruim 3,5 ton bedragen
en we constateren daarbij dat er aan extra baten een bedrag staat van 8 ton, dat wil zeggen
ruim het dubbele. Wij menen dan ook dat hier gesproken kan worden van goede inverdieneffecten.
Afsluitend komt de CDA-fractie tot de conclusie dat wij dit voorstel ondersteunen. Als
slotopmerking willen wij zeggen dat wij in Breda terecht over belangrijke zaken als theatercentrum,