30 JANUARI 1992
20
en het liefst zien wij geen rolluiken maar als ze er wel zijn, wat ook in de overeenkomst is
opgenomen, dat ze dan transparant zijn, zodat er 's avonds een leefbaar klimaat is en blijft.
Dus ik denk dat je die richting moet opgaan. De discussie over de winkelcentra in de Haagse
Beemden is natuurlijk niet nieuw. Ik denk aan de discussie die we over het Brabantpark
hebben gehad. Het is natuurlijk bekend dat een aantal centra moeilijk loopt. Als je in
overleg met winkeliers uit de Haagse Beemden gaat kijken hoe je dit plan verder invult ook
met winkelvoorzieningen, dan denk ik dat je heel goed voor ogen moet houden dat je die
kleinere winkelcentra toch overeind wilt houden en dat kost soms extra moeite. Maar ik
denk dat je die voorzieningen op peil moet houden ten gunste van de leefbaarheid voor de
mensen die niet over een auto beschikken en die toch op korte afstand boodschappen willen
doen. Ik denk dat het de taak is van met name de wethouder economische zaken om daar de
vinger aan de pols te houden.
De VOORZITTER
Allereerst de vraag door de heer Dubbelman aan mij gesteld over aanwezige steunpunten
politie in dit nieuwe te bebouwen gebied. U weet dat inmiddels de besluitvorming rond de
vestiging van politiebureau's iets is waarvoor de korpsbeheerder, zijnde de burgemeester van
Tilburg, de eerstverantwoordelijke en op dit punt juridisch nog de enige verantwoordelijke
is. We hebben binnen het regionaal overlegorgaan waarin 59 burgemeesters het met elkaar
proberen eens te worden, recent afspraken gemaakt over de indeling van districten. Voor
deze week is aan de orde, de besluitvorming over de verdere onderverdeling van de
districten. Zoals U ook al uit De Stem heeft kunnen vernemen, bestaan die plannen er voor
een deel uit dat het wijkteam in het noorden van Breda zal worden opgesplitst in een tweetal
teams, waarvan het ene zich ook zal gaan concentreren op de activiteiten in Prinsenbeek en
het andere op Teteringen. Het team Zuidoost gaat zijn zorgen ook uitstrekken tot de andere
mooie omliggende gebieden van Breda. Dat betekent dat er ten aanzien van de huisvesting
een andere situatie ontstaat. Dat geldt overigens niet alleen voor Breda, dat geldt voor alle
grotere gemeenten. De gevolgen van die hele operatie zullen te zijner tijd in een huisves-
tingsvraagstuk hun neerslag vinden en daarover zal dan het regionaal college een besluit
gaan nemen. Het is op dit moment in ieder geval nog niet te zeggen of dat dat zal leiden tot
een steunpunt of niet. In ieder geval zijn onze oorspronkelijke plannen in feite door de
regionalisering in dat opzicht achterhaald en wat voor consequenties dat verder gaat krijgen,
dat moeten we nog met elkaar afwachten. Ik heb de commissie Algemene Zaken, waar U
zelf niet in zit, na een recente uiteenzetting van de korpschef, de heer Lutke, duidelijk
gemaakt dat de invloed die wij als gemeentebestuur hebben op een aantal zaken bij de
politie, zeker als het gaat om dit soort dingen, een stuk geringer wordt, omdat we met 59
mensen een besluit moeten nemen. En U weet, als er 59 mensen iets moeten besluiten, is er
dikwijls eentje de baas en dat is dan helaas niet altijd de gemeenteraad van Breda.
Wethouder RöMKENS
Eén kort antwoord. Ik heb tijdens de commissievergadering, naar aanleiding van een vraag
van de heer Dubbelman en die is ook nog een keer herhaald door de heer Van Gurp, ervan
uitgaande dat ik de geest van de heer Koekkoek juist interpreteerde, toegezegd dat de
functionele betrokkenheid van de portefeuille Ruimtelijke Ordening en Verkeer zijn invulling
zal kunnen krijgen in de betreffende commissie. Maar ik denk dat het goed is om dit door
de heer Koekkoek nog een keer te laten herhalen. Ten aanzien van de inspraak moet ik
zeggen dat dienaangaande ook een toezegging is gedaan en die is ook nog door wethouder
De Bruijn gedaan. Er wordt een communicatieplan opgesteld. En zowel het bewonerscomité
Haagse Beemden als degenen die zich in de toekomst in het winkelcentrum zullen vestigen,
worden in het hele communicatieproces betrokken. Ik denk dat de overige vragen niet op