4 JUNI 1992 210 al of niet een golfbaan discussiëren, maar Breda zou als stedelijk knooppunt ook moeten excelleren op sociaal gebied en met name in de zorg voor een goed beleid voor mensen werkzaam bij onze B.S. W. Wij vinden dat dit huisvestingspunt daartoe een goede bijdrage geeft en wij kunnen ons dan ook geheel verenigen met het voorstel. De heer GARRITSEN Op zich is dit voorstel een uitstekende zaak. Het is hard nodig. Door het CDA is dat al aangegeven vanavond. Wij willen nog even terugkomen op een discussie die wij in de commissie hebben gehad. Het is een vrij omvangrijke taak die de bestuurscommissie met dit besluit op zich neemt. Wij willen het college vragen en met name de functie-wethouder, om toch een beetje over de schouders van de bestuurscommissie mee te kijken, omdat zij als, ik zou haast zeggen, amateurbestuurder er niet zo direct opzitten. En zijn er problemen, dan willen wij op tijd worden geïnformeerd. Ik denk dat dat noodzakelijk is, om een goede voortgang te garanderen. Wethouder SANDBERG Het thans tekort schieten, door de heer Dubbelman gesignaleerd, is enerzijds het gevolg van de relatief snelle groei van de B.S.W. in Breda als zodanig en anderzijds van de gewijzigde ARBO- wet die tamelijk recent is, en nu reeds grote afwijkingen vertoont. Maar met dit voorstel wordt daaraan volledig voldaan. De financiën zijn solide. Het moet natuurlijk allemaal nog worden waargemaakt, maar ik heb daarin het volste vertrouwen. In de richting van de heer Garritsen het volgende. Ik heb regelmatig overleg met de bestuurscommissie in de vorm van het dagelijks bestuur, waarin overigens meestal nog een ander lid van het bestuur participeert. Daar komen alle zaken aangaande de B.S.W. met een zekere regelmaat aan de orde. Dat beschouw ik als het over de schouder meekijken. De bestuurscommissie is voldoende adequaat toegerust om zaken die aan de orde zijn, en die echt aan het bestuur moeten worden gemeld, om die ook in alle openheid aan de orde te stellen. Ik denk dat wij blij mogen zijn met deze unanieme instemming van de raad en ik wens de bestuurscommissie moed, wijsheid in het beleid en veel succes toe met de ongelofelijk moeilijke taak die haar nu te wachten staat om dit tot een goed einde te brengen, maar waartoe zij ongetwijfeld is toegerust. Akkoord. 97. VERZOEK TOT AANWIJZING VAN HET PAND LIESBOSLAAN 35 TOT BESCHERMD RIJKSMONUMENT. De heer GARRITSEN Een korte opmerking, waarop ik in de commissie geen antwoord heb gehad. Wij stellen voor deze molen, die nog gerenoveerd moet worden, op de monumentenlijst te plaatsen. Op zich een prima initiatief, maar ik wil u verzoeken om er alles aan te doen om die walgelijke reclame die erboven op staat en die kilometers in de omtrek te zien is, eraf te halen. Wethouder DE BRUIJN Ik kan alleen maar herhalen wat in de commissie is gezegd: afhankelijk van wat wij in de toekomst met die molen gaan doen, zal bekeken worden wat wij vervolgens met die reclame kunnen en mogen. Akkoord. 98. GEDEELTELIJKE AANWENDING VOORZIENING STEDELIJK MUSEUM.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 210