4 JUNI 1992 212
waar je uit kunt putten als het ergens minder voorspoedig zou gaan. Een gebied als Heilaar is
het enige dat nog rest en daaromheen vinden wij het nogal stil. Is het stilte voor de storm, waarvan
het college nog niet weet vanuit welke richting de wind op zal steken? Een beschikbare capaciteit
van 700 1.000 woningen per jaar tot 1996, doet iedereen achterover leunen. Geen zorgen! Dat
zal, denk ik, ook de provincie nu gaan denken. Het gaat toch heel goed met Breda tot 1996.
Wij denken dat Breda zo een beeld oproept naar buiten dat niet realistisch is. Misschien dat in
een volgend programmeringskader die problematiek wat indringender aan de orde zal kunnen
komen. Het voorstel gaat niet verder dan met instemming en ik denk, met instemming
kennisnemen van, en dat doen wij ook. Maar wij zouden met die kennisneming ook uiting willen
geven aan onze zorg. Dat voor wat betreft de nota. Een ander punt is het volgende. Als je de
nota leest en heel serieus neemt wat er staat, dus ook het optimisme over neemt, dan zou ik er
toch bij moeten zeggen wat er wèl spreekt uit die nota en dat is ook al gezegd door ons in de
commissie: er zit in het geheel een helse coördinatie-opdracht. Een coördinatie-opdracht die drie
wethouders betreft: ruimtelijke ordening, afdeling volkshuisvesting en Grondbedrijf. Daarbij zal
niet vergeten moeten worden dat er ook met de woningbouwrealisatoren tot grote afstemming
moet worden gekomen. In de commissie is ons toegezegd, dat de wethouder dit in het college
zou bespreken en wellicht een oplossing had in de vorm van een stuurgroep. We hebben daarover
gezegd: stuurgroepen zijn er zeer veel, maar dit is toch iets waarbij wij heel dringend stil moeten
staan en waarbij we met hetzelfde optimisme zouden moeten oppassen, als het optimisme dat
door de hele nota spreekt.
De heer MAAS
Het programmeringskader 1993-1996 maakt keuze uit drie modellen. Eén model waarbij uitgegaan
wordt van de vraag; één model waarbij een extra inspanning wordt geleverd om de hogere
inkomensgroepen uit de goedkope sociale huurwoningen te krijgen en één model waarbij
geprobeerd wordt het vertrek van mensen uit die hogere inkomensgroepen uit de gemeente tegen
te gaan. Er is gekozen voor het laatste. Tweeduizend van de ruim drieduizend te realiseren
woningen tot 1996 moeten volgens dit programmeringskader in de duurdere koopsector worden
gerealiseerd. En dat terwijl bijna tienduizend woningzoekenden staan ingeschreven bij de S.W.B.
Dat hogere inkomensgroepen vertrekken naar randgemeenten, is een gegeven. Omliggende
gemeenten hebben alleen al vanwege de ruimte en rust een aantrekkelijker woonklimaat dan de
centrumgemeente Breda. Dat mensen vertrekken is pijnlijk, maar dat kan beter bestreden worden
door grenscorrecties, dan door
De VOORZITTER
Heeft de heer Garritsen dat van tevoren gehoord?
De heer MAAS
dat kan beter bestreden worden door grenscorrecties, dan door voornamelijk bouwen voor
hogere inkomens. Als gemeente hebben we een maatschappelijk doel en dat is het bestrijden van
de constante woningbehoefte, oftewel de woningnood. Dit programmeringskader laat tienduizend
mensen in de kou staan. Wat betreft studenten het volgende: reeds bij de behandeling van de
nota Volkshuisvesting heb ik betoogd dat het ongewenst is dat grote aantallen studenten geplaatst
gaan worden in gezinswoningen. De bezwaren golden het feit dat deze woningen mijns inziens
niet per definitie geschikt zijn voor studentenhuisvesting èn het feit dat zo een onaanvaardbaar
beroep wordt gedaan op een beperkt contingent goedkope sociale huurwoningen. 400 van de 800
studentenwoningen moesten zo worden gerealiseerd. Nu blijkt dat niet reëel, omdat corporaties
hier niet aan meewerken en dat terwijl realisatie van 800 studentenwoningen als absolute
ondergrens werd genoemd. De stand van zaken, zo meldt het programmeringskader, zal in de
eerstvolgende rapportage over het Uitvoeringsplan Studentenhuisvesting aan de orde komen.