4 JUNI 1992
219
De heer GARRITSEN
Nu duidelijk is hoe de verhoudingen liggen, wil ik dat verzoek nu intrekken. Ik wist niet of ik
dit duidelijke standpunt van het college zou krijgen, met name gezien de beantwoording in eerste
termijn waarin de wethouder toch eigenlijk alleen het meerderheidsstandpunt meedeelde.
Akkoord, met de aantekening dat de fracties van het CDA, de VVD en D66 geacht willen worden
te hebben voorgestemd en de fracties van Groen Links en de PvdA geacht willen worden te
hebben tegengestemd.
107. BEZWAARSCHRIFT VAN MR. R.A.H. POST, NAMENS TH. SCHOUTEN, TEGEN
HET BESLUIT TOT HET NIET WIJZIGEN VAN HET BESTEMMINGSPLAN VOOR DE
BOUW VAN EEN WONING AAN DE VALENTUNLAAN.
108. HET TOEKENNEN VAN EEN BEDRAG VAN 24.790,- UIT DE STELPOST
ONVOORZIEN IN VERBAND MET DE NIEUWE BUDRAGE AAN HET STADSGEWEST
VOOR ALGEMENE MILIEUZORG.
Akkoord.
109. EVALUATIE GROENSTRUCTUURPLAN 1986.
De heer MEEUWISSEN
In de thans voorliggende evaluatie van het Groenstructuurplan wordt behalve teruggekeken, ook
vooruitgeblikt op het beleid zoals dat de komende jaren gevoerd zal gaan worden in Breda. Bij
het terugblikken valt met name op dat de beleidsdoelstellingen die in 1986 zijn vastgesteld voor
het grootste deel zijn gerealiseerd. Men heeft de basis gelegd voor een goede organisatie op het
gebied van het beheer van het groen in de stad en op organisatorisch vlak is derhalve bijna het
gehele plan gerealiseerd. Met betrekking tot de operationele zijde van het plan is het beeld wat
genuanceerder. Met name wat betreft de financiële kant ervan. Om diverse redenen is de
doelstelling, bijvoorbeeld om 500.000,-- op onderhoudsmiddelen te sparen, niet gerealiseerd.
Het budget, in tegenstelling daartoe, is zelfs uitgebreid. Dat dit bedrag in feite al was ingeboekt
voordat het überhaupt bezuinigd werd, mag daarbij ons inziens wat slordig worden genoemd.
Het is te hopen dat in ieder geval met de nota Groenbeheer, zoals die eraan komt, dit in de
toekomst niet zal gebeuren en daarbij doel ik met name ook op de 900.000,-- die geïnvesteerd
gaat worden in de reconstructie van onderhouds-intensief groen de komende jaren, waarbij dan
het systeem van halen en brengen ingevoerd zal gaan worden, wat betekent dat de gebieden waar
het groen duur onderhouden wordt, heringedeeld zullen worden, waardoor er naar schatting
900.000,-- bespaard gaat worden en dat kan dan in andere wijken uitgegeven gaan worden.
Als ik kijk naar het feit dat er voor wat betreft de besparingen, zoals die in het verleden
gerealiseerd zouden zijn, op dit moment geen nacalculatie mogelijk is, omdat eenvoudigweg
rekenmodellen ontbreken en een vergelijking tot de manier van het onderhoud van het groen
in 1986 en de manier waarop het groen nu wordt onderhouden niet mogelijk is, dan vraag ik
me af of het noemen van dit bedrag nu wel geschiedt op basis van harde feiten, öf dat er een
schone wens aan ten grondslag ligt. Ik zou van de wethouder willen vernemen in hoeverre hij
zeker weet dat dit bedrag realiseerbaar is. Vervolgens ligt ook de verkoop van openbaar groen
niet geheel per plan zoals in 1986 was vastgesteld. Maar dat is niet zo heel vreemd als men
bedenkt hoeveel paden de gemiddelde Bredanaar moet bewandelen om te weten waar hij zijn
stuk snippergroen kan bemachtigen en voor welke prijs. De thans voorgesteldeprivatiseringskaart
is daarvoor, denk ik, een heel goede uitkomst en kan voor wat betreft het geven van impulsen
aan de privatisering van de stukken snippergroen een hele goede functie vervullen. Dat de nota,