4 JUNI 1992 221 juist ook die ombuiging van beleid naar uitvoering een van de redenen is, die tot vertraging van de evaluatie heeft geleid, naast hetgeen we in het kader van de vaststelling van het Gemeentelijk Milieubeleidsplan hebben besloten, dat ook een aantal andere elementen aan de uitvoering van het Groenbeleid heeft toegevoegd. Denk maar aan het Beekdalen-project, het regionaal ecologisch model en andere zaken, die toch nadrukkelijk vorm hebben gekregen. Voor die operationele zijde en de overschakeling van beleid naar uitvoering is in het verleden dat beleid vastgesteld, op de Parkennota na, waarvan is toegezegd dat die nog voor de zomer in de commissie zal komen en de privatiseringskaart, die ook een onderdeel uitmaakt van de nu voorgenomen beleidszaken. Die twee dingen moeten dan ook het totale kader aangeven om die uitvoering ook waar te maken. Ten aanzien van het groenbeheer waarbij de heer Meeuwissen spreekt over de 500.000,-- die bezuinigd zou moeten worden, naast de uitbreiding van middelen het volgende. U weet dat die 500.000,-- als taakstellend is opgelegd in het Groenstructuurplan, die is toen ook meteen ingeboekt, die zou in het totale groenbeheer bezuinigd moeten worden. Dat is niet gelukt. De uitbreiding van de middelen heeft ook gezeten, en daaraan heeft u jaarlijks als raad ook uw medewerking gegeven, en de commissie heeft zelfs daarvoor vaak nog gepleit, in de areaal-uitbreiding, de uitbreiding van het oppervlaktegroen, die daarin ook daadwerkelijk een bijdrage heeft gegeven, naast de uitbreiding van de middelen, die u ook als raad heeft gevoteerd toen we overgingen van de chemische bestrijdingsmiddelen naar het onkruid, of het bestrijdings middelen-vrij behandelen van het openbare groen. Dat zijn ook middelen die tot uitbreiding hebben geleid. De heer MEEUWISSEN Niemand bestrijdt die uitbreiding van de middelen en dergelijke. Maar het is zo jammer dat er geen kengetallen zijn geweest, want dan kon alle discussie vermeden worden en dan kon men gewoon appels met appels vergelijken, want dan was het heel duidelijk wat er was gebeurd in het verleden en nu is het eigenlijk maar raden. Wethouder VAN DONGEN Het is niet helemaal raden. De gegevens over het totaal oppervlaktegroen zijn wel bekend. Maar de onderhoudsintensiteit en de verschuiving daarin, de relatie tot de uitbreiding van de opper vlakten en de aard van het groen, leiden natuurlijk tot een gegevensbestand dat we op korte termijn vast moeten leggen en op basis waarvan we in de toekomst ook daadwerkelijk kunnen meten: wat geven we uit aan openbaar groen, wat geven we uit in welke buurt, wat geven we uit aan welk park, wat geven we uit aan diverse plantsoenen. Dat is in het verleden helaas niet gebeurd. Dat heeft ook te maken met het hele automatiseringsprogramma bij de Milieudienst, maar dat zal toch op korte termijn vorm moeten krijgen. We zullen dat vorm geven en u krijgt daarvan de resultaten te zien. We zullen proberen om daarvan een toetsbaar model te maken, maar dat heeft niets te maken met waarnaar de heer Van Os nadrukkelijk vroeg, namelijk de planning van activiteiten, die we ook hebben toegezegd in de commissie en die te maken heeft met: wanneer pakken we welk park aan, wanneer pakken we welke buurt aan in het kader van groenbeheer en de normering die daarvoor van toepassing is. Dat zal afzonderlijk aan u worden voorgelegd in relatie tot de voorgenomen investeringen die ook in deze evaluatie zijn opgenomen. Kijken we naar het uitvoerend beleid, waarnaar de heer Meeuwissen verwijst, zeg ik u dat we nu toch voornamelijk in de uitvoerende zin zullen gaan werken in de zin van de verschuiving van de beleidsvoornemens naar middelen die het groenonderhoud in de buurt vorm moeten geven, de verschuiving van groenrijke buurten naar groenarme buurten. Dat leidt niet alleen tot verschuiving van onderhoudsmiddelen, maar om onderhoudsmiddelen te kunnen verschuiven zullen we eerst de aard van het groen moeten wijzigen. Dat betekent dat je sierheesters moet vervangen door heesters die op een andere manier onderhoudsarm te houden zijn, want anders heeft het nog geen effect. De 900.000,-- die hier daarvoor staan, zijn toch voornamelijk investeringsgelden die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 221