4 JUNI 1992
223
De VOORZITTER
We kunnen vanavond niet buiten de heer Koekkoek blijkbaar.
Wethouder KOEKKOEK
Dat mag ik graag zien.
Akkoord, met de aantekening dat de fractie van Groen Links geacht wil worden te hebben
tegengestemd.
110. HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET VAN 453.000,- TEN BEHOEVE
VAN DE UITVOERING MET BETREKKING TOT DE HERINRICHTING VAN HET PARK
HOGE VUCHT.
111. HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET VAN 900.000,- VOOR DE
FINANCIERING VAN DE BODEMSANERING OP DE LOCATIE GENERAAL MACZEK-
STRAAT 65 (HERBERTS).
Akkoord.
112. BEROEPSCHRIFT OP GROND VAN DE SUBSIDIEVERORDENING WELZIJN 1987
VAN DE LANDELUKE SCHOOLBEGELEIDINGSDIENST VOOR HET VRUE SCHOOLON
DERWIJS TEGEN DE AFWIJZING VAN EEN VERZOEK OM SUBSIDIE VOOR DE
SCHOOLBEGELEIDING AAN DE (LEERLINGEN VAN DE) VRIJE SCHOOL IN BREDA.
De heer DE LEEUW
Ik wil heel kort zijn. Het gaat om het afwijzen van een beroep en als we de argumenten bekijken,
die daarbij zijn opgesomd, dan kunnen we twee dingen stellen: ze zijn erg mager en ze zijn heel
duidelijk. Het gaat er namelijk om: er is op dit moment geen budget en dat is doorslaggevend
voor het geheel. Echter, als je de argumentatie verder leest van de commissie van Beroep- en
Bezwaarschriften, die is namelijk ook inhoudelijk op de zaak ingegaan, dan lees je daarin dat
er nogal wat punten zijn die toch van belang zijn bij dit voorstel. Dat er op dit moment geen
budget is, is duidelijk en begrijpelijk, er is in de begroting geen rekening mee gehouden. Ik wil
toch, bij dezen, de wethouder vragen om de zaak inhoudelijk nog eens een keer terug te brengen
in de commissie en daarover te discussiëren tegen het licht van de nieuwe begroting 1993.
Wethouder VAN DONGEN
De inhoudelijke toetsing door de commissie zal door de voorzitter, mede in relatie tot de evaluatie
van de commissie, worden meegenomen, heeft hij mij toegezegd. Ten aanzien van de argumenten
en de beoordeling daarvan het volgende. We krijgen, zoals ook in de commissie is gezegd, jaarlijks
het programma van de O.B.D., de totale begroting en het subsidiebedrag voor onderwijsbegelei
ding. Op dat moment zullen we ook kunnen praten over de toekenning van die middelen. Op
de richtlijnen daarvoor zullen we dan opnieuw terug kunnen komen. Dat de argumenten, en dat
moet D66 aanspreken, mager en duidelijk zijn, daarvan dacht ik dat dat precies in het lijntje zou
passen. Maar ik zal dat niet nader beargumenteren.
De heer DE LEEUW
Duidelijk, daar zijn wij altijd vóór geweest. We hebben ook altijd gesteld, datje soms ook dingen
wat breder moet vertellen en wat uitgebreider moet toelichten. Het is misschien wel een probleem
waarmee D66 wel mee zit, dat wij meer tijd en ruimte gebruiken om een zaak uit te leggen, omdat