25 JUNI 1992
majoor bij de Koninklijke Luchtmacht en dat militaire karakter kwam in al zijn doen en laten
naar voren. Wij wensen zijn nabestaanden alle sterkte in het dragen van dit verlies en wij zijn
de heer Van Banning dankbaar voor alles wat hij voor de gemeente Breda en de wijde omgeving
heeft betekend. Ik verzoek u een ogenblik stilte in acht te nemen. Dank U.
Na afloop van de raad is er voor u koffie beneden, omdat wij verwachten dat de raadsvergadering
toch wat korter zal duren dan gebruikelijk en wellicht dat degenen die daarna nog zin hebben
zich kunnen vervoegen bij de gebruikelijke horeca-gelegenheid die wij met elkaar hebben
afgesproken.
II. MEDEDELING VAN INGEKOMEN STUKKEN.
Akkoord met de stukken onder D.
115. VOORLICHTING RAMPENBESTRUDING.
Akkoord.
116. REGLEMENT VOOR SAMENLEVINGSBEVESTIGING.
De heer VAN FESSEM
Het CDA had eerst wat vraagtekens bij de instelling van de regeling, mede omdat de wethouders
principieel tegen waren. Voor de meeste leden van onze fractie zijn de vraagtekens uit de lucht.
Bij de toelichting heb ik bezwaar gemaakt in de commissie tegen de regel en ik citeer: "om te
bewerkstelligen dat alle Bredanaars op voet van gelijkheid aan alle facetten vanhet maatschappelijk
leven kunnen deelnemen, ongeacht hun homo- of hetero-seksuele gerichtheid, roept de gemeente
Breda nu een regeling in het leven voor een samenlevingsbevestiging". In de commissie heb ik
het wel een wat ronkende zin genoemd, maar ik denk ook dat die tegenstellingen suggereert die
er mijns inziens niet zijn. Ook de bevestiging tussen man en vrouw die niet wensen te huwen
riep aanvankelijk bezwaren op. Immers niemand wordt gedwongen om te huwen. Maar uw
toelichting om de tegemoetkoming aan oudere mensen mogelijk te maken heeft ons overtuigd.
Overigens hoop ik niet dat iemand nog discriminatie zal zoeken in het feit dat hetero's nu één
mogelijkheid meer hebben dan homo's, zij kunnen èn huwen èn een samenlevingsbevestiging
doen namelijk, want dat zal bij een wettelijke regeling dan weer worden teruggedraaid. Met de
vrijheid van handelen voor de ambtenaar van de burgerlijke stand zijn wij ook blij. Bezwaren
zijn er van de wethouders zoals bekend om principiële redenen. Door de leden Dubbelman,
Wouters en Brosky (de laatste is overigens niet aanwezig) is verzocht om hun stemverklaring
voor te lezen. Zij voelen zich aangesproken door de argumenten van hun wethouders, waarbij
zij constateren dat het Burgerlijk Wetboek slechts spreekt van registers van geboorten, overlijden
en een drietal huwelijksregisters. Een eventueel vooruitlopen op een thans zeker nog niet
vaststaande wijziging van de wet, achten de hier aan het woord zijnde raadsleden om meer dan
een reden ongewenst. In de eerste plaats verwachten zij niet dat de Bredase bevolking grote
behoefte heeft aan deze regeling. Leeuwarden en Deventer worden als voorbeeld-gemeenten
genoemd. Welnu, Deventer komt na de nodige publiciteit na een jaar ervaring tot drie
samenlevingsbevestigingen van eigen inwoners, terwijl een ambtenaar van Leeuwarden kenbaar
maakt dat "de room ervan af is"aangezien in deze gemeente slechts één samenlevingsbevestiging
heeft plaats gehad van niet-Leeuwardense komaf. Het is voor deze raadsleden de vraag of de
overheid wel geroepen is om hierbij een nieuwe taak op zich te nemen. Zij zijn van mening dat
door de voorgestelde officiële handeling door een ambtenaar van de burgerlijke stand ten onrechte
verwachtingen kunnen worden gewekt met betrekking tot rechtsgeldigheid, terwijl er slechts een
symbolische waarde aan kan worden toegekend.
228