25 JUNI 1992 229 Mevrouw HEERKENS Zoals u al aangeeft in de toelichting op het Reglement voor Samenlevingsbevestiging gaat het in casu om registratie voor samenlevenden en niet alleen om partnerschapsregistratie. Het is echter wel duidelijk dat in de verschillende gemeenten de regelingen tot stand zijn gebracht als gevolg van acties van het homopaar Stello en Kuijpers om het homohuwelijk nu dan in symbolische zin mogelijk te maken. Het doel is om tegemoet te komen aan een maatschappelijke behoefte om een relatie extra kracht bij te zetten middels een samenlevingsbevestiging al dan niet gevolgd door een ceremoniële bevestiging op het Stadhuis. De PvdA vindt het verstandig van het college om de afdeling burgerzaken met de uitvoering van die samenlevingsregistratie te belasten en ook de ceremoniële bevestigingen op het Stadhuis zoveel mogelijk door ambtenaren van die afdeling te laten voltrekken. Er blijft nog één vraag. Door een wijziging van de tekst over het aanwijzen van ambtenaren is er een zinsnede weggevallen neem ik aan. Worden nu ook de honoraire ambtenaren van de burgerlijke stand hier nog voor benaderd? De heer TAKS Het ziet er naar uit dat een wettelijke regeling van andere samenlevingsvormen dan het huwelijk nog geruime tijd op zich laat wachten. In liberale kring is men voorstander van een dergelijke wettelijke regeling nu in de maatschappij zo duidelijk behoefte is gebleken om die andere samenlevingsvormen ook op enigerlei wijze van overheidswege te laten bekrachtigen. Het ziet er wel naar uit en er is eigenlijk weinig reden om te verwachten dat op zeer korte termijn zo'n wet tot stand zal komen. Tegen die achtergrond vinden wij het een goed initiatief van het college om door plaatselijke regelgeving een mogelijkheid te treffen om in die lacune te voorzien, waarbij dan heel duidelijk zij aangetekend dat in juridisch opzicht zo'n samenlevingsbevestiging volgens ons reglement zoals het tot stand gaat komen, geen enkele betekenis heeft. Er is louter sprake van een symbolische handeling en de registratie daarvan en daarom is het van belang begripsver warring met het huwelijk te voorkomen. Die zou bij derden kunnen ontstaan en naar onze mening mogen wij vaststellen dat het reglement zoals het luidt voldoende waarborgen bevat om de schijn van een huwelijk te vermijden. Wel is het jammer dat aan de helderheid die de regeling op zich biedt enige afbreuk wordt gedaan doordat het college voornemens is ook personen te laten optreden bij de samenlevingsbevestiging die ook ambtenaar van de burgerlijke stand zijn. Deze functionaris treedt dan niet op als ambtenaar burgerlijke stand, want dat is wettelijk niet mogelijk, dat is duidelijk, maar de onduidelijkheid zou toch op die manier in de hand gewerkt kunnen worden. En daarom hebben ook sommige gemeenten die al een register hebben ingevoerd, uitdrukkelijk bepaald dat ambtenaren van de burgerlijke stand niet kunnen optreden bij de samenlevingsbevesti ging. Breda kiest voor een andere weg en dat is eigenlijk niet zo'n gelukkige weg, vinden wij. Wij hadden liever gezien dat het college zich had geconformeerd aan de zienswijze van de Staatssecretaris van Justitie, die heel nadrukkelijk dergelijke functionarissen ongewenst vindt in dit verband. Wat hier verder van zij, wij hadden liever gezien dat het college alsnog de mogelijkheid zou bezien om af te zien van het optreden van deze ambtenaren. Het college heeft wel de tekst van de toelichting aangescherpt, waarvoor onze dank. Maar het is niet voldoende voor ons. Desalniettemin, het is natuurlijk een punt van ondergeschikte betekenis. Wij zijn blij met deze regeling en dan weegt dat ook het zwaarste. Wij stemmen voor deze regeling. De heer DE LEEUW Het eerste deel van het betoog van de heer Taks kan ik volledig onderstrepen. Het is een goed initiatief van Breda. Eigenlijk zijn wij overigens van mening dat die zaak in het Burgerlijk Wetboek goed geregeld zou moeten zijn en wij willen dit dan ook zien als een signaal naar Den Haag om hier onderhand eens wat haast mee te maken, een signaal vanuit Breda in positieve zin. Wat het deel betreft van de ambtenaar die de samenlevingsbevestiging kan voltrekken, zijn we van mening dat in de afspraken die zijn gemaakt de regeling die er ligt in feite, duidelijk is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 229