i 25 JUNI 1992 233 winkels, en op mijn vraag of er nog hoop was voor de strip bij de Hendrik Berlagestraat, zei u zelf ook dat daar in ieder geval een ondernemer bereid was toch weer risico te nemen, terwijl daar een behoorlijk groot winkelcentrum in de buurt gevestigd is. Dat soort dingen kun je dan als gemeente op een gegeven moment ook stimuleren, omdat daar een concentratie van ouderenwoningen is geplaatst. Dus er zijn ook andere zaken en ik pleit er alleen maar voor, alhoewel ik ook uw kant van het verhaal zie, dat je maatwerk levert per wijk en dat je er niet zonder meer van uitgaat, dat er in elke wijkeen concentratie van winkelvoorzieningennoodzakelijk is. Wethouder SANDBERG Mevrouw Heerkens en ik zijn het volledig met elkaar eens. Ik heb dat niet willen bestrijden, maar alleen even de beperkingen van de locale overheid willen aangeven, maar ik denk zelf dat die winkel aldaar niet was gekomen, wanneer daar niet indringend aan was meegewerkt door onze afdeling economische zaken. Akkoord. 118. SUBSIDIE STICHTING LEERWERKPLAATSEN 1991/1992 E.V. Akkoord. 119. JAARREKENING 1991 INDUSTRIE- EN HAVENSCHAP MOERDIJK. De heer DUBBELMAN Het heeft er alle schijn van dat na de in financiële zin slopende magere jaren nu voor het Industrie- en Havenschap Moerdijk en daarmee voor de deelnemende gemeenten de vette jaren aanbreken. Met andere woorden, na het inleveren is nu het uitdelen aan de deelnemers aangebroken en onze fractie is uiteraard zeer verheugd over deze ontwikkeling. Toch mag niet worden vergeten dat er ook in onze fractie een pijnpunt is, te weten dat thans na de reservevorming van 2,5 miljoen, die wordt voorgesteld, nu wordt voorgesteld het resterend saldo van 1,1 miljoen aan de deelnemers uit te keren op basis van de verdeelsleutel van de gemeenschappelijke regeling, dat is voor Breda l/6e deel, en niet op basis van de saneringsbijdragen van de deelnemers, die voor Breda wat gunstiger uit zou pakken. Onze fractie is toch tot de conclusie gekomen dat wij kunnen instemmen met het voorstel om drie redenen. In de eerste plaats is de ook door ons gewenste verdeling op grond van de saneringsbijdrage niet van de baan, maar wordt deze duidelijk aan de orde gesteld in de nabije toekomst, tenminste dat hopen wij als de resultaten dat mogelijk maken. In de tweede plaats is de reservevorming van de gemeenschappelijke regeling waar wij als fractie altijd wantrouwig zijn, in zekere zin aan objectieve normen gebonden en bovendien geplafonneerd en dat vinden wij een moedige en terechte stap. Daarmee kan deze reservevorming niet worden beschouwd als een potje bestemd voor leuke dingen van gemeenschappelijke regelingen. Ik verbind hier namens onze fractie overigens wel de constatering aan en ik zou graag van het college dat bevestigd willen zien, dat van de reservevorming van in totaal ƒ15 miljoen, de thans bestaande reserve van afgerond 7 miljoen onderdeel uitmaakt en niet dat het is: 15 7, maar 15 waaronder 7. In de derde plaats en dat is dan het slotargument, achten wij het van groot belang dat bij dit voorstel voor de jaarrekening 1991 is gevoegd een standpunt van het D.B. van het Industrie- en Havenschap Moerdijk met betrekking tot een duidelijke meerja renafspraak over de verdeling van de in de toekomst toch te verwachten positieve saldi. De CDA- fractie roept de raadsvertegenwoordiger van Breda op om bij de vaststelling van de jaarrekening over 1991 op 2 juli aanstaande te bevorderen dat de raad van bestuur zich commiteert aan het voorstel van het D.B. inzake de meerjarenafspraak.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 233