25 JUNI 1992 243 in de richting van de bezwaarmakers: ik dank u voor de complimenten. U heeft ook gemerkt dat de schriftelijke bezwaren een reactie opleveren van de zijde van het college, maar dat de mondelinge toelichting tijdens de hoorzitting vaak nog kleine details naar voren brengt, die wellicht niet helder genoeg waren en dat we op grond daarvan op een aantal onderdelen op een positieve wijze hebben kunnen ingaan in de richting van de opmerkingen van de bezwaarmakers. Ik herhaal mijn toezegging uit de commissie dat ik via de afdeling ruimtelijke ordening erop zal toezien, dat ook de volgende stappen om dit bestemmingsplan verder in ontwikkeling te brengen zorgvuldig worden gezet en dat ook de toezeggingen die zijn gedaan zullen worden gecontroleerd. In de richting van de heer Goos over de 60% bebouwing: het is natuurlijk een maximum percentage dat wordt aangegeven. In die zin geldt ook hierbij de redelijke globaliteit van het bestemmingsplan en de flexibiliteit van het bestemmingsplan. Er mag niet meer dan 60% komen. Als er een goed bouwplan komt met 55 of wellicht 52 dan kan daarover uiteraard worden gesproken worden, maar als er iemand komt met 62% bebouwing, dan is het antwoord: neen. En in die zin De heer GOOS Maar daar ging het nu niet precies om. 60% is namelijk veel méér dan in de wijken op dit moment. Daar ging mijn vraag over en als dan in de nota staat dat het eigenlijk een aanpassing moet zijn van hetgeen dat we hebben, dan denk ik dat u te ver gaat. Wethouder KOEKKOEK Ik interpreteer het niet zo zwaar als u het nu interpreteert, maar ik zal die De heer GOOS We zullen het goed volgen. Wethouder KOEKKOEK Ik zal het zelf ook heel goed volgen, in die zin dat we, als er dus bouwplannen komen, zorgvuldig toetsen of de relatie met de reeds aanwezige bebouwing op een zorgvuldige manier tot stand is gekomen. De heer VAN GURP Bij interruptie. Als iemand met een goed bouwplan komt, dan kun je dat toch niet meer weigeren als er in staat dat het maximum 60% mag zijn. Als iemand daaraan voldoet, dan kan dat toch? Dus wat de heer Goos wil: we hebben liever een lager percentage, zeg 40, dat kun je nooit meer tegenhouden, als dat er zo in staat, volgens mij. Wethouder KOEKKOEK Daarin heeft u ook gelijk. Maar ik zei in mijn laatste De heer VAN GURP U suggereert nu: als iemand met een goed bouwplan komt, dan mag dat ook als het minder is. Maar als een bouwplan goed is en het 60% is, dan kunt u er niets tegen doen. Wethouder KOEKKOEK Dan is er over en weer sprake van een misverstand. Wat ik bedoelde te zeggen is dat bij de vormgeving van het bouwplan zorgvuldig moet worden getoetst de aansluiting bij de aanwezige bebouwing, dus de aard van de bebouwing, de hoogte, enzovoort, enzovoort. Als het bestemmings plan zegt: er mag maximaal 60% bebouwd worden, dan is dat een juridische uitspraak en dan is het dus die 60%, en als er iemand komt met 58%, dan is dat dus niet meer dan 60% en dan kan dat. Dat klopt, ja. Tenzij u als raad een amendement indient om dat te wijzigen. Ik zeg alleen:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 243