25 JUNI 1992 245 tot uitdrukking komen: nou, als dat voor het gebied waar het hier om gaat bijvoorbeeld 40 of 50% is en u komt dan met een nieuw plan dat 60 aangeeft, dan gaat mij dat gewoon te ver. Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Even kort. De wethouder heeft mijn vragen voorzover ik die had keurig beantwoord. Wat betreft de laatste vraag in verband met de woninglocaties: ik ken natuurlijk die locaties, maar op de kortere termijn leveren die nog niets op. Het duurt natuurlijk erg lang voordat al die procedures zijn afgewerkt en in die zin was mijn vraag ook bedoeld: kunt u op kortere termijn met wat komen? U kunt ze natuurlijk ook niet uit de hoge hoed toveren, maar misschien kunnen we er in de commissie nog eens over praten welke aantallen we voor de komende jaren dan denken te realiseren. Dat was het. De heer GARRITSEN De wethouder heeft ons niet overtuigd, maar voor ons zou het overtuigender zijn als bijvoorbeeld in zo'n belangrijk bestemmingsplan toch wat meer zou staan over openbaar vervoer, over de ontsluiting, hoe je dat zou moeten doen. Dat hoort toch een onderdeel te zijn: de busvoering, de lijnvoering, de frequentie daarvan. Het zit er absoluut niet in. Er wordt en dat heb ik al gezegd, verwezen naar de nota Hoofdwegenstructuur. Nou, als je ziet welke knelpunten we daar nog hebben en als je ziet welke uitbreidingen er nog aankomen, dan kunt u wel zeggen: die kantoren liggen dan toch straks aan een openbaar vervoerverbinding, maar ik zie ook in de leeskamer de brochures liggen van de kantoren die er worden gevestigd en die zeggen allemaal: we liggen perfect dicht bij de A27 via de Claudius Prinsenlaan goed te bereiken via de Zuidelijke Rondweg en op die manier wordt zo'n gebied gepromoot, niet om goed bereikbaar te zijn met het openbaar vervoer. U weet zelf hoe moeilijk het is om bij het Ignatiusziekenhuis één lijn gerealiseerd te krijgen. Dus ik vind dat dat soort zaken in een bestemmingsplan had moeten staan. Nogmaals, ik heb al aangegeven dat het voor ons op zich geen probleem is om te praten over economische functies en datje zegt dat er een afweging moet zijn, maar dan vind ik dat die in een bestemmings plan ook echt zichtbaar moet zijn. Ik bedoel dat het absoluut niet zo is dat we ervoor pleiten om die sportvoorzieningen overeind te houden. Als de behoefte niet zo groot meer is dan vinden wij het prima dat je naar andere invullingen kijkt, maar het moet wel in een vorm van een afweging zijn. Nogmaals, 90% is al gerealiseerd middels een artikel 19-procedure. Daartegen hebben de mensen al heel wat bezwaren gemaakt. Bij die ene grote bouwlocatie is voor mij ook met name de mobiliteitstoets toch heel onduidelijk. Er wordt gezegd in het bestemmingsplan op pagina 41: 1 parkeerplaats per 25 meter bruto vloeroppervlak, maar hoe omvangrijk het kantoorgebouw is wordt nergens verder in het bestemmingsplan aangegeven. Nogmaals, wij vinden het toch jammer dat zo'n belangrijk onderdeel, met name de kant van verkeer en milieu, hier echt onvoldoende aan bod is gekomen. Steeds worden overschrijdingen geconstateerd van de grenswaarden ten aanzien van het geluid, datzelfde geldt in feite voor de hoofdwegenstructuur ten aanzien van de auto-intensiteit op de wegen. Die zaken zijn nog niet opgelost. En dan verder die economische potenties uitbreiden: wij denken dat dat spaak loopt. De heer VAN GURP Ik had het eigenlijk niet willen doen, maar de discussie tussen de heer Goos en de wethouder spitst zich nu toe naar mijn idee. Volgens mij kan de vraag van de heer Goos alleen geregeld worden als we dat nu ter plekke doen en mijn vraag is dan in zijn richting of, als wethouder daar niet aan tegemoet komt zij dan tegen het bestemmingsplan zijn. De heer GOOS

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 245