15 JULI 1992
254
aankomen dat wij volgend jaar met hetzelfde zitten. Vandaar dat wij ons op dat punt niet kunnen
verenigen met het voorstel.
Wethouder RöMKENS
Ook ik wil niet in herhaling vallen. Ik heb gisteravond al toegezegd dat de waardering die is
uitgesproken, zal worden doorgegeven aan de betrokken ambtenaren van de concernfunctie, maar
ook aan de betrokken ambtenaren van de diensten, want het is niet alleen het college dat iets
kan willen, de ambtenaren zullen aan de uitvoering gestalte moeten geven. En ik hoop dat ook
in de toekomst de jaarrekening omstreeks deze tijd kan worden gepresenteerd. Ik wil kort ingaan
op een aantal opmerkingen. Ik wil graag de opmerking van de heer Van de Steenoven
ondersteunen, dat het schijnbaar royale rekeningsoverschot niet vertaald mag worden in een even
florissante verwachting voor wat betreft het financiële consequent-zijn. Hij noemde al de TuBa,
hij noemde de risico's grondexploitatie in verband methet uitblijven van woningbouwTen aanzien
van de milieu-technische samenstelling heb ik ook gisteren in het memo aangegeven welke
maatregelen genomen zijn en ik heb er vertrouwen in dat dat risico in de toekomst geminimaliseerd
zal worden. Ik moet er ook nog op wijzen dat er zoiets is als een juni-circulaire, maar daarop
zullen wij bij de begroting terugkomen. Dus ik ondersteun de opmerking van de heer
Van de Steenoven: laten wij ons zelf niet rijk rekenen. Ten aanzien van de representatiekosten
heb ik ook aangegeven en ik wil dat nog eens nadrukkelijk stipuleren, dat het niet een kwestie
is van een budgettair effect, maar een kwestie van een toerekening van uren. Dat is voor het
eerst nu geschied en ik denk dat het goed is dat u nu ook inzicht krijgt in het gegeven waaraan
met name de uren zijn besteed. En het is aan u, om daarover op basis van deze verantwoording
zowel nu als bij de begroting een oordeel te vellen. Ten aanzien van de Schouwburg zou ik willen
volstaan met de opmerking dat deze maatregel bij de besluitvorming rond de Schouwburg was
aangekondigd en ook de omvang van de nu af te boeken BER-situatie. Dat daarbij de vinger aan
de pols moet worden gehouden in verband met mogelijke toekomstige herhaling van situaties,
wordt door het voltallige college onder aanvoering van de wethouder Cultuur gesteund en door
de wethouder Financiën van harte onderschreven.
De heer GARRITSEN
De kanttekening die wij hebben gemaakt, willen wij toch graag overeind houden. Wij hebben
er op zich geen moeite mee aan het college decharge te verlenen voor de jaarrekening. Maar
met name de punten die wij genoemd hebben, wil ik hier toch uitdrukkelijk aan de orde gesteld
hebben.
Akkoord.
145. BENOEMING LID BESTUURSCOMMISSIE OPENBARE BIBLIOTHEEK.
De VOORZITTER
Wenst een van u daaromtrent het woord te voeren? Dat is niet het geval. Mag ik de bode
verzoeken de stembriefjes over dit voorstel uit te reiken. Ik verzoek mevrouw Dammer en de
heren Van Heusden en Adank zich bereid te verklaren hieromtrent het stembureau te vormen.
Ik schors voor enkele minuten de vergadering.
SCHORSING
De VOORZITTER heropent de vergadering.
Mevrouw DAMMER-NOORMAN
Er zijn 31 stemmen uitgebracht, waarvan 28 op de heer Giebels en 3 op mevrouw Reyn-Doppert.
Akkoord met benoeming van de heer L.J. Giebels tot lid van de bestuurscommissie Openbare
Bibliotheek.