15 JULI 1992 256 geweest, die heb ik helaas niet kunnen bijwonen, alleen heb ik net het verslag kunnen lezen, denk ik dat dat toch op een andere en meer zorgvuldige wijze had moeten gebeuren. Wethouder RöMKENS Ik wil naar aanleiding van de opmerking van de heer Sinke toch nog eens sterk benadrukken, wat ik ook gisteren in de commissie heb gedaan, dat het door mij genoemde bedrag, dat de heer Sinke mij uiteindelijk heeft ontfutseld, nadrukkelijk een eerste indicatie is en dat men mij niet mag ophangen als dat bedrag na de gegronde studie lager wordt. Ik hoop dat het ondanks alle perspublicaties, geen eigen leven gaat leiden. Ik wil dat toch nog eens ook in deze raad nadrukkelijk naar voren brengen. Over de brief van de M.C. hetvolgende. Ik heb nog geen reactie van de M.C. gekregen, want ik neem aan dat zij eerst weer in gezamenlijkheid moeten vergaderen voordat zij een reactie geven. Maar gezien de inhoud van hun vragen en de inhoud van de reactie van het college, denk ik dat het volledig beantwoordt aan de vragen van de M.C. En ik wil in dit verband dan ook de terechtwijzing, respectievelijk het verwijt van de heer Garritsen verre van mij werpen, omdat het nadrukkelijk de bedoeling is, nadat de raad groen licht heeft gegeven om er aan te beginnen, de M.C. 's op dezelfde wijze als bij het Stadskantoor volledig te betrekken bij dit project. Dus er verandert niks en zij zijn er volledig bij betrokken. Huisvesting Stadsgewest is in het voortraject nadrukkelijk aan de orde geweest, tot twee keer toe mijnheer Garritsen, maar het Stadsgewest heeft een eigen verantwoordelijkheid, een eigen besluitvormingsproces en dat heeft niet geleid tot een gezamenlijke aanpak en dat hebben wij dan maar te accepteren. Het zelf bouwen is ook in de commissie aan de orde geweest. Dat betekent dat wij een kantoor moeten bouwen waarbij het verhuurrisico bij de gemeente komt te liggen. Wel hebben wij gisteren toegezegd, bij monde van de directeur van het Grondbedrijf, dat in de verdere onderhandelingen het eerste recht van verhuur, bij een eventueel verlaten van het pand door andere huurders, gedurende een maand of drie aan de gemeente wordt gegeven, zodat een eventuele toekomstige noodzakelijke uitbreiding daarmee zijn invulling kan krijgen. Het belangrijkste is echter en dat is ook vanaf het begin duidelijk geweest, dat het realiseren van dit verhuurkantoor slechts gedeeltelijk voor de gemeente het geval is. En nogmaals, ik heb het ook gisteren gezegd, ik kan op dit ogenblik niet inschatten en niemand van dit college en ik neem zelfs aan niemand vanuit de raad, wat de toekomst gaat brengen in het kader van, ik noem maar een paar voorbeelden, Schampers, in het kader van regionale autoriteit et cetera. Vandaar dat wij op dit ogenblik menen dat uit zorgvuldigheidsoverwegingen huur voor een periode van 20 jaar financieel gezien het meest aantrekkelijk is, risicominimalisatie en anderzijds de garantie biedt voor een behoorlijke huisvesting van het gemeentelijk ambtelijk apparaat. De heer GARRITSEN Heel kort. Op zich vinden wij het jammer dat een eigen Stadskantooruitbreiding niet echt is onderzocht. Wij hadden graag gezien dat een onderzoeksbureau nog eens alle zaken op een rijtje had gezet. Wij hebben bij het Stadskantoor ook de discussie gehad over een verhuurkantoor of een eigen kantoor, toen is gekozen voor een eigen kantoor. Als je praat over een geringere omvang, dan kun je je afvragen: welke locatie dan? Het zou weieens zo kunnen zijn, als straks blijkt dat de schouwburgplannen toch niet haalbaar zijn en dat wij misschien toch teruggaan naar het van Coothplein, datje dan bij de entree van het huidige Stadskantoor er nog een vleugel voor gemeente-ambtenaren kunt bijzetten. Dan zit het ook vrij centraal. Maar goed, daarop wil ik niet vooruitlopen. Wat wij nu graag willen is een onafhankelijk onderzoek naar de mogelijkheden om het in eigen beheer te doen. Wethouder RöMKENS Daarin staat de heer Garritsen nu alleen. Het college is niet voornemens op zijn suggestie in te gaan. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van Groen Links geacht wil worden te hebben tegengestemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 256