15 JULI 1992 262 Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT De wethouder lichtte het nagestuurde staatje nog even toe ten aanzien van de letselongevallen bromfiets en fiets. Hij zei dat niet in het staatje staat waar die ongevallen plaatsvonden, op kruispunten of op fietspaden. Maar ik denk dat ik duidelijk genoeg heb gemaakt, ook in de commissie, dat ik er bang voor ben, als je van de eenrichtingfietspaden tweerichtingenfietspaden maakt, en je de situatie krijgt dat veelal scholieren of andere jongeren met z'n tweeën of met z'n drieën naast elkaar rijden heen en weer en daar ook nog eens opgevoerd bromfietsverkeer langskomt, dat ik ze dan echt al zie liggen. En dat is, denk ik, toch niet wat wij voorstaan als gemeente. Dat wou ik eigenlijk nog even in deze richting zeggen, omdat ik nu pas kan reageren op de naderhand toegezonden cijfers. Wat betreft de fietsstallingen begrijp ik dat dat moeilijk is. Als je een stalling realiseert, dan moet je nog maar afwachten of men er gebruik van maakt. Maar u zei ook dat men aan gebruikers, fietsers kan vragen of zij deze stalling gebruiken als die hier gesitueerd was. Je zou natuurlijk ook bij de E.N.F.B. te raden kunnen gaan, want die mensen hebben daar ervaring mee. U zei: de stalling aan de Molenstraat liep niet. Ik denk dat iedereen wel kan begrijpen waarom die niet liep, dat was vanwege de plaats waar die gesitueerd was. Maar vroeger hadden wij een stalling aan de Torenstraat, zo ongeveer tegenover de ingang van de Grote Kerk en die heeft daar jarenlang goed gefunctioneerd. Op een gegeven moment is daarvoor een andere bestemming gekomen. Dat kwam natuurlijk, omdat die in het centrum lag. Dus dat is wellicht een tip voor u. Ten aanzien van punt twee van het besluit maakt u het mij een beetje moeilijk. Ik zal u vertellen dat wij aanvankelijk dachten om tegen punt twee te moeten stemmen, omdat u daar toch een prioriteit aan geeft. U geeft het aan als startprojecten. Maar u maakt nu duidelijk dat u aan de commissie wat toezeggingen heeft gedaan, die herhaalt u nu en ik denk dat wij u daaraan kunnen houden. Ik hoop inderdaad dat de eerste voorstellen in die zin zullen luiden, zoals de commissie u vorige week heeft gevraagd en daar zullen wij graag op letten en in die zin kunnen wij instemmen met dit voorstel. De heer VAN GURP Ik wil de wethouder danken voor de volstrekt heldere toezeggingen die hij heeft gedaan en daar kunnen wij heel goed mee leven. De heer GARRITSEN De toezegging om jaarlijks bij de begrotingsbehandeling een inzicht te geven van datgene dat gerealiseerd is gaat over het jaar daarvoor. Maar ik zou ook graag aan het eind van het jaar zien dat de gelden die gereserveerd zijn voor het langzaam verkeer ook daadwerkelijk daaraan besteed worden. Mijn pleidooi is om te zeggen dat, als er investeringsgelden over zijn en dat gebeurt bij Openbare Werken nogal eens, ik ken de procedure, het goed zou zijn dat u als wethouder Ruimtelijke Ordening en Verkeer plannen op de plank hebt liggen waardoor u zaken kunt uitvoeren, zodat op die manier mogelijk wat meer en extra gelden richting langzaam verkeer gaan. Nog een klein vraagje. De tekeningen die in de nota staan zijn vrij summier. Ik heb nog een brieve geschreven in de richting van het college over met name de passage over de Houtmarkt. In de nota Langzaam Verkeer staat die opgenomen als een route voor fiets verkeer. In het structuur plan, dat we nog moeten vaststellen, staat het er op pagina 95 in met rode stippeltjes en dat betekent dat die fietsstroken nog moeten worden onderzocht. Het gaat er mij niet om of dat dat fietsstroken moeten zijn of iets dergelijks, maar het gaat er mij natuurlijk wel om dat, als je op de Houtmarkt een gele vlek aangeeft en daarmee zegt dat daar een fietsenstalling moet komen, u dan kunt toezeggen dat in beide richtingen gefietst zal kunnen worden. Wethouder KOEKKOEK Ik heb de stemverklaring van mevrouw Van Bergen ook ten aanzien van de botssituaties goed gehoord. Aan de Claudius Prinsenlaan ligt al voor een groot gedeelte een tweerichtingenfietspad aan de zuidelijke kant, zowel dat met de rode tegels als met het asfalt, vlak achter het benzinestati on. We kunnen bij het politiebureau Zuid-Oost nagaan of daar inderdaad meldingen van ongevallen zijn. Ze waren in ieder geval bij onze sectie verkeer, direct na de commissievergadering, niet bekend, althans we konden ze u niet aangeven. Ik hoop van harte dat dat meevalt. Naar aanleiding

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 262