15 JULI 1992 276 er niet mee akkoord zouden gaan, dan zouden wij min of meer verantwoordelijk zijn voor de chaos die dan zou ontstaan. Ik denk dat we de zaak ook mogen omdraaien: nu die zaak is doorgezet, mag ik de chaos die is ontstaan ook op het bordje van het college leggen. Want zo is de zaak in feite. Als je ziet hoe dat alles is gegaan, dan moeten we constateren dat datgene wat het college ons heeft verteld, absoluut niet is gehaald. Die vrije busbaan heeft echt die veiligheid niet gebracht. En nu die overschrijding van 152.000,- op een krediet van iets meer dan 300.000,-, dat kan niet, daarmee moet je op tijd terug naar de raad, daarover zijn afspraken. Dat is niet gebeurd. We kunnen nog wat stoeien over de vraag uit welke pot moet het dan uiteindelijk worden betaald, maar wij denken dat het verstandig zou als dat de raad zou zeggen: met die 152.000,— gaan wij niet akkoord. En dan zal het college het maar op een andere manier moeten doen. Want nogmaals, als je dit soort dingen laat passeren dan is het de volgende keer een nog hoger bedrag en weer een ander boetekleed en daar schieten we niets mee op. Ik denk dat we als raad moeten zeggen: dit accepteren we niet. Wethouder VAN DONGEN In de commissievergadering hebben zowel ik als de betreffende ambtenaren een toelichting gegeven op wat er allemaal is geschied en wat er niet is geschied en wat er is misgegaan bij dit stuk. Ik heb geen enkele behoefte om dat hier in extenso te gaan herhalen. De procedure is niet goed gelopen. Er is vorig jaar door de raad een besluit genomen en er is overleg geweest met inspraak. Dat is niet gemeld bij de commissie en de raad en er is geen extra krediet gevraagd op het moment dat het zich voordeed. We lopen daar nu tegenaan en we kunnen twee dingen doen: we gaan terug naar de bewoners en we gaan netjes alles afbreken, maar dan hebben we een dubbele uitgave, of we worden geconfronteerd met de situatie zoals die is. Ik heb in de commissie mijn ongenoegen en ook mijn spijt betuigd over deze procedure. Dat wil ik hier nog wel een keer doen en ik wil best dat boetekleed aantrekken, al vind ik dat geen prettig kleed. Dus ik doe dat nu en ik heb ook al gezegd onder welke condities ik bereid ben dat te doen. Ik ga daar nu niet nadrukkelijk op in. Daar kunnen we maanden over praten, maar dat lost in feite niets op. Dat feit ligt er en we worden daarmee geconfronteerd. Het geeft wel aanleiding om die zaken intern nog eens nadrukkelijk in beeld te brengen en we zullen er met z'n allen voor waken dat het niet meer gebeurt, ook al kunnen we niet voor de volle 100% uitsluiten dat het gebeurt. Toen dat punt in de commissievergadering aan de orde was, was de heer Van Gurp inderdaad aanwezig. Het verslag zal in die zin worden aangepast, maar ik neem aan dat hij dat zelf ook mee bewaakt en dat geldt misschien ook nog voor meer punten waarbij D66 op dat moment afwezig was. De contacten met de bewoners over die situatie hebben tot een aanvullend krediet geleid en op het moment dat wij dat constateerden is dat in de commissievergadering van juni aan de commissie gemeld. Bij de vraag hoe je dat kunt dekken, is gekeken naar de extra kosten van de reconstructie van het park ad/82.000,-en de resterende post van/ 70.000,-. Daarbij is nadrukkelijk discussie ontstaan over de vraag wat is het aandeel voor de busbaan en wat zijn de kosten die niet direct daartoe te herleiden zijn, of die voorzien hadden kunnen zijn? Uit die discussie kwam naar voren dat 34.000,- direct te herleiden is naar de zwaardere busbaan en van de andere kosten werd geconstateerd dat die mogelijk te voorzien zouden zijn geweest en dat die niet uit de BB.C.-gelden zouden moeten komen. En daarvoor is een oplossing gevonden. Ik kan het niet anders motiveren dan dat ik het op dit moment heb gemotiveerd. De oplossing die gevonden is, is dat 12.000,— ten laste komt van het bouwbureau en het restantkrediet ten laste van de gewone dienst van de Milieudienst. Ik geef u die motivering nogmaals en dat is de uitkomst van de discussie zoals die is gevoerd met het uiteindelijke prijskaartje dat aan de kredietoverschrijding hangt. De heer VAN GURP Ik denk dat de standpunten duidelijk zijn en het geschil zal wel blijven. De heer VAN DE STEENOVEN Heel kort, want dit is de vierde termijn dat we over dit punt discussiëren, over de 24.000,- ten laste van de gewone dienst van de Milieudienst. Ik vind het argument dat eronder ligt niet acceptabel. Als er waar ook in deze stad door wie dan ook een opdracht wordt gegeven om ergens

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 276