16 JULI 1992 295 De heer VAN GURP Ik vind het toch jammer om hierover met de heer Van de Steenoven in discussie te moeten zijn, omdat ik voel dat we eigenlijk niet echt zo gek veel van elkaar verschillen qua mening van hoe het met het openbaar vervoer zou moeten gaan. Ik vind alleen dat ik hier met meer aspecten rekening heb te houden dan met openbaar vervoer alleen. En voor ons zijn de marges die genoemd worden tussen de verschillende modellen te minimaal om die andere aspecten aan de kant te zetten. Ik noemde al een aantal maatregelen en wellicht zijn er ook in de infrastructurele zin bij de toegang tot de stad op hele cruciale punten zaken te realiseren, waardoor die bussen beter kunnen doorstromen. Als je bijvoorbeeld praat over een minuut of een halve minuut tijdwinst, dan denk ik dat voor de bussen die 8 minuten op het station staan te wachten, omdat de chauffeurs koffie staan te drinken, ook wel wat aan de stiptheid kan gebeuren, waardoor de frequentie misschien ook wel wat verhoogd kan worden. Een belang rijk punt in die hele discussie is voor ons nog het overstapstation. Dat wordt toch steeds als cruciaal element naar voren gehaald en wij zijn van mening dat het overstapgebeuren gecon centreerd moet worden bij het station en dat het met name bij de binnenstad gaat om de bereikbaarheid van de binnenstad. Als je die bus langs de kanten van de binnenstad laat rijden en dan ook nog over het Van Coothplein, dan heb je ingangen aan de Ginnekenstraat, aan de Brugstraten, aan de Vlaszak en aan nog een aantal plaatsen. Wat dat betreft verschil ik met de heer Van de Steenoven van mening als hij zegt: je moet die reizigers juist in het midden afzetten, want daar gebeurt het. Daar is wat voor te zeggen, absoluut, maar ook het afzetten van die mensen aan die kanten kan een versterking betekenen, juist voor die winkels en functies die daar zitten. Dus ik denk dat beide argumenten hier een rol spelen. Wat die bushalte betreft is ons in de commissie toegezegd dat wij nog schetsen zouden krijgen over de inrichting van die bushalte. Daar wordt deze schets mee bedoeld. Die stappen kan ik zelf ook afzetten en dan kan ik ook zeggen: ik heb zoveel meter en die deel ik in vijf, zeseneenhalf, drie en zeseneenhalf en dan ben ik er. Maar wat moet ik daar nog mee? De ruimte is zo smal dat wij denken: doe er maar een dak overheen, dan heeft McDonalds meteen een drive-in, want serieuzer kan ik het niet nemen. De ruimte is hier veel te smal, is het niet met de huidige frequentie, dan toch in ieder geval voor de toekomst, om een echt fatsoenlijk bus station te maken, laat staan de situatie die je in versterkte mate gaat krijgen, maar die er nu ook al is, van bussen die van twee kanten komen aangereden en die aan twee kanten van de middenberm moeten halteren, kruisende bussen, met andere woorden, ik voorzie daar een grote chaos. Al met al, het is niet zo dat wij het amendement ondersteunen, het is mede namens ons ingediend. Wat dat betreft zou ik mevrouw Van Bergen daarop willen corrigeren. Wij kunnen van harte achter het amendement staan, hoe zwaar die keuze ook voor ons is. De heer GARRITSEN De heer Van Gurp begon met het vorige structuurplan in het mooie koffertje. Onze fractie heeft toen al aangegeven dat daarin essentiële dingen ontbraken, met name praat ik dan over het grote aantal militaire terreinen in de binnenstad, waaraan je een zinvolle bestemming kunt geven. Dat was een groot gemis in het structuurplan dat de vorige wethouder en dit college ons had gepresenteerd. Op dat punt is wat ons betreft het structuurplan beter geworden, maar die verbeteringen zijn zeer beperkt. Dienaangaande wil ik beginnen met de militaire terreinen. We praten nu over het Chasséterrein, dat erbij is gekomen. Dat een invulling heeft gekregen, wat op zich heel positief is, maar anderzijds vinden we dat je met name ook aan de See- ligkazerne, die binnen de singels ligt, een invulling had moeten geven, want we praten toch over een structuurplan tot 2007. Als wethouder of college kun je zeggen: voorlopig komen we daar niet aan toe, maar ik denk dat je voor de ontwikkeling van de binnenstad in de toekomst dat terrein nodig hebt en daarom zul je ideeën moeten hebben en die zul je op tafel moeten leggen. En dat moet je in feite in een structuurplan aangeven. Dat je ze dan nog niet direct

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 295