30 JANUARI 1992 29 Wethouder VAN DONGEN Nagenoeg alle sprekers hadden het over de mist, over de inhoud en over de procedurele kant van de zaak. Twee opmerkingen vooraf en dat vooral in de richting van de heer Peeters. U besluit nu niet over de invulling van dit gebied met een golfbaan, U besluit ook niet over de invulling van dit gebied met een andere bestemming. Het enige dat wij op dit moment doen is de MER-procedure volgen, zoals wij die in 1990 in gang hebben gezet. Na besluitvorming door Uw raad vorig jaar in mei en na de inspraak, waarbij vooroverleg is geweest met de MER-commissie, heeft ondanks andere verwachtingen, de MER-commissie op 25 september een brief geschreven met een aantal vragen en opmerkingen. Wat we nu doen is, na overleg met de initiatiefnemer, de verdere procedure in die richting voortzetten en als college aan Uw raad voorleggen een standpunt in te nemen ten aanzien van de aanvullingen die door de MER-commissie zijn gevraagd. En als er iemand weet hoe de procedure in elkaar zit, dan ga ik er vanuit dat dat de MER-commissie is en die zet ze in haar brief van 25 september nogmaals uiteen en die brief zit bij al Uw stukken. Dus ik zal het niet wagen om die nogmaals uit te leggen. Ik heb dat dinsdag gedaan. Ten aanzien van de MER op zich is het zo dat wij nu duidelijk praten over een inrichtings-MER, dat vooral in de richting van de heer Garritsen. We praten niet over andere locaties. We praten over de inrichtings-MER, de vergelijking ten aanzien van déze locatie, het meest milieuvriendelijk alternatief van de golfbaan in relatie tot de autonome ontwikkeling op dit moment. En dan ga ik meteen in op de vraag van de heer Peeters. Je kunt ten aanzien van dat aspect geen vergelijkingen maken met mogelijke toekomstige andere al dan niet gewenste ontwikkelingen. Alleen op basis van wat we nu op tafel leggen maken we de vergelijking, zoals de bestemming op dit moment is en de mogelijkheden van die bestemming in relatie tot het meest milieuvriendelijke alterna tief van die golfbaan. Daarvoor is ook een aantal randvoorwaarden geformuleerd. Als Uw raad zou besluiten tot realisering van die golfbaan, zijn de milieu-effecten in die zin randvoorwaarden tot realisering. Ten aanzien daarvan heb ik de heer Peeters beantwoord. Anderen hebben verklaringen gegeven ten aanzien van de procedure. Ik heb U dat deze week uitgelegd en de MER-commissie heeft dat zorgvuldig aangegeven en we hebben die lijn tot op heden gevolgd. Ten aanzien van de afweging van locaties en dat ter aanvulling op dat wat de heer Garritsen zegt, we hebben de afweging niet gemaakt voor dit moment, want we praten duidelijk over de inrichtings-MER. Daarmee hoef ik mijns inziens niet in te gaan op alle andere vragen over vergelijkingen met andere golfbanen en provinciaal beleid, want dat heeft te maken met locaties en die hebben we in een besluit in de ruimtelijke ordening en daarop komen we op een ander moment terug. Ten aanzien van de heer Meeuwissen voor wat betreft het verslag: we hebben de voorkeur gegeven aan snelheid boven volledigheid en gedetailleerdheid. De heer MEEUWISSEN Dat is duidelijk. Wethouder VAN DONGEN En ik denk dat we daarmee recht hebben gedaan aan Uw vraag om toch vóór de besluitvor ming in de raad de zaak op tafel te leggen, zeker om daarmee de discussie volledig te maken. De heer MEEUWISSEN Ja, maar als het verslag ook volledig was geweest, dan had de discussie misschien wat minder volledig kunnen zijn. Maar daarop komen we in de volgende commissievergadering wel terug.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 29