16 JULI 1992 305 Coothplein als aanmerkelijk voordeel dat daardoor juist de westkant van de stad wèl bediend kan worden. Want een bushalte of een busstation aan die kant van de stad kan de westkant van de stad bedienen en ook de bussen die vanaf de Prinsenkade komen, kunnen van die busbaan gebruik maken. Als je het als het ware een straat lager legt, bij het van Coothplein, dan mis je juist de bevordering van het busverkeer aan de westkant van de stad. Ik denk dat ik hiermee in grote lijnen heb aangegeven, voor een ieder die daar vanavond naar gevraagd heeft, wat de overwegingen van het college zijn geweest om dit voorstel aan u voor te leggen. U heeft van avond ook nog een aantal brieven gekregen en u vraagt zich af hoe dat komt. Dat is een gevolg van het feit dat dinsdag in het college door vertegenwoordigers van een aantal fracties is gemeld dat er een amendement aankomt en dat het amendement behelst om de onderhande lingen met het Rijk en de Provincie opnieuw te openen. In het college is afgesproken dat ik als portefeuillehouder zou moeten nagaan hoe dat zou vallen bij het Rijk en bij de Provincie, wetend dat het Rijk betrokken is geweest bij de keuze en de afweging van dit tracé. Naar aanleiding daarvan hebben wij vandaag een tweetal brieven ontvangen en die brieven zijn aan u voorgelegd zodat u de laatste informatie weet. De heer Van de Steenoven vraagt naar de uitkomsten van het mobiliteitsonderzoek. De heer GARRITSEN Mag ik even vragen naar de inrichting, de ruimte die nodig is voor de vrije busbaan. Ik begrijp dat u dat punt wil afronden. Wethouder KOEKKOEK Ik wil er iets over zeggen. In de commissie is door de PvdA-fractie gevraagd: kunt u modelmatig aangeven hoe wij dat in de Houtmarkt/Karnemelkstraat moeten zien? Modelmatig is heel simpeltjes geschetst hoe het zou kunnen lopen. U kunt zeggen: ja dat had ik ook wel zo kunnen verdelen, nou wellicht kan dat. Er is ook gekeken naar de maatvoering. Ik wijs u erop dat de ruimte tussen de A.B.N./AMRO-bank op de Oude Vest en het P.T.T.-kantoor aan de overkant ongeveer 25 meter en 80 centimeter bedraagt. De ruimte in de Karnemelkstraat vanaf McDonalds naar de overkant is 32 meter en 25 centimeter. Dat scheelt bijna 7 meter. Ik wil niet zeggen dat je daarmee alle problemen oplost, maar als u zegt dat die ruimte per definitie te klein is, dan verwijs ik naar die andere bushalte. De heer VAN GURP Maar hier spreken we over een geïntegreerde bushalte. Wethouder KOEKKOEK Ik zeg ook niet dat alle problemen zijn opgelost. Ik wil alleen waken voor de suggestie die zou ontstaan, dat die ruimte zó klein is dat er eigenlijk niks kan. De heer VAN GURP Maar indertijd is bij de inrichting van het Stationsplein al gezegd: we willen eigenlijk een geïntegreerd busstation en daar was het te smal. Hoeveel meter het Stationsplein is weet ik niet, maar dat is in ieder geval veel breder dan daar. Wethouder KOEKKOEK Ik heb antwoord gegeven op de vraag van de heer Garritsen of ik iets kon zeggen over die maatvoering. Maar daarmee hebben we alle problemen nog niet opgelost. Het gaat erom dat wij in principe mogelijkheden zien om daar met zeer zorgvuldige ontwerpen een busstation te kunnen maken. We moeten zeker nog nagaan hoever het de Karnemelkstraat inkomt in de richting van de voetgangersoversteekplaats. Misschien moet je het iets meer naar buiten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 305