16 JULI 1992 307 waarbij de Rijksverkeersinspectie ook betrokken is geweest. Daarbij is ook gekeken of daar mogelijkheden waren voor dat station en het antwoord was: ja. De volgende stap is, dat het Rijk simpelweg wacht op een positieve uitspraak van de raad. Zij wil wel weten of de raad van Breda überhaupt daarin geïnteresseerd is. Als dat zo is, kan het college een vervolgop dracht geven om de technische zaken voor te bereiden ten behoeve van de subsidie-aanvraag. Als we die zaken in september willen hebben, dan moeten we snel aan de slag en dan kunnen we spoedig daarna de subsidie verwachten en dan kan inderdaad de spa de grond in. De heer VAN GURP Het kan dus ook heel goed zijn, dat het Rijk het affluit of dat zij gaat bepalen hoe het tracé eruit moet zien? Wethouder KOEKKOEK Ik merk dat u en ik elkaar vanavond niet goed verstaan, ik vind dat bijzonder vervelend. Ik heb net gezegd dat er een begeleidingsgroep is geweest rondom dat onderzoeksbureau, waarin zaten ambtenaren van de gemeente Breda, medewerkers van de B.B.A. en ambtenaren van de Rijksverkeersinspectie. De ambtenaren van de gemeente Breda hebben het college een advies voorgelegd op basis van die hele gang van zaken en dat is een collegebesluit geworden. En het is denk ik niet correct, niet naar het college toe en ook niet naar de ambtenaren toe, om te zeggen dat de Rijksverkeersinspectie bepaalt hoe het er uit komt te zien. De Rijksverkeersin spectie heeft een aantal harde criteria en die legt ze er naast. Dat heeft u in de brief van de H.I.D. kunnen lezen. Ik wil nu toch de zaak van de busbaan afsluiten en overgaan naar de spoorzoneweg en de opmerkingen van de heer Van de Steenoven beantwoorden die zijn blijven liggen. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat de uitgangspunten, zoals die in de S.V.V. van december 1991 door de raad zijn vastgesteld, gewijzigd gaan worden. Aan die uitgangspunten houden we vast en van daaruit moet verder worden gewerkt aan het gegeven hoe je dan op basis van mobiliteitsonderzoek sturing geeft aan die mobiliteit, dan wel het terugdringen van de automobiliteit. Over de twijfel over de spoorzoneweg wil ik het volgende zeggen. Het is voor het college nadrukkelijk de bedoeling dat het een wijkontsluitingsweg wordt. Dat gebied moet ontsloten worden, anders is het onmogelijk om daarin voorzieningen, waarover in besluit 9 wordt gesproken, te bereiken, dat wil zeggen onderwijsvoorzieningen, kantoren, respectievelijk zakelijke dienstverlening en woonfunctie. Je moet er wel kunnen komen. Tegelijkertijd is ons tweede doel, dat we daarmee de Academiesingel willen ontlasten. Dat zal nog een lastige kwestie zijn om dat technisch goed vorm te geven, maar we gaan er vanuit dat we dat in ieder geval moeten nastreven en hopelijk ook zullen bereiken. Als ik spreek in termen van "de wijk moet ontsloten worden" dan gaat het altijd om een weg met één baan per rijrichting, mijnheer Van de Steenoven. Dat moeten er niet meer zijn. En door de vormgeving kunnen we natuurlijk vermijden dat het een racebaan wordt. We hebben voorbeel den in Breda, waar dat niet zo goed gelukt is, en we moeten dat daar zien te voorkomen. De ontwikkelingsschetsen gaan in de inspraak. Op grond daarvan stelt het college de ontwikke- lingsschetsen bij. Er is geen formele bezwarenprocedure in de richting van de raad, of een beroep bij Gedeputeerde Staten. Ik herinner u aan de ontwikkelingsschetsen Brabantpark, Hoge Vucht en Heuvel, die zijn allemaal volgens diezelfde procedure afgewerkt. U zegt laten we artikel 19 in de spoorzone gebruiken nadat de ontwikkelingsnota is vastgesteld. Ik denk dat we ook niet anders kunnen, ook al zou je het willen, omdat de Provincie ons simpelweg terugfluit. Want het structuurplan laat die paarse vlek zien, met hier en daar een arcering, maar dat is volstrekt onvoldoende om te motiveren waarom je eventueel een bepaald gebouw waar wilt zetten. Dus je zult op zijn minst een nota moeten hebben waarin je dat aangeeft. In de richting van mevrouw Van Bergen, het volgende. De fietser. We proberen in dit structuur plan zo fiets vriendelijk mogelijk te zijn en op papier is het wellicht makkelijker dan in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 307