16 JULI 1992 308 praktijk, maar in de praktijk zal het toch moeten gebeuren. In aansluiting bij gisteravond denk ik dat we in onze uitvoeringsvoorstellen zo concreet mogelijk moeten zijn, zodat duidelijk is dat de fietser er beter van wordt. Uw opmerking over het Chasséterrein en de onderhandelin gen met het Taptoebestuur brengen mij in een lastig parket, omdat intern is afgesproken dat de directeur van het Grondbedrijf vallend onder de politieke verantwoordelijkheid van collega Römkens, de onderhandelingen voert rond het Chasséterrein. Dus ik kan moeilijk toezeggen dat we dat zullen terugmelden. Ik kan in ieder geval wel zeggen dat wij zo zorgvuldig mogelijk met die verzoeken zullen omgaan. Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Bij interruptie, ik ben ook heel tevreden met een toezegging van uw collega. Wethouder KOEKKOEK Wellicht dat hij dat ook straks kan doen, dat weet ik niet. In ieder geval zal ik het idee van een werkbezoek meenemen en met collega Römkens bespreken of dat tot de mogelijkheden behoort in het najaar. U zegt: de herinrichting van de binnenstad is een inhaalmanoeuvre. Dat ben ik volstrekt met u eens en dat betekent ook voor het college en dat heb ik ook met zoveel woorden in de commissie gezegd en ook de heer Sandberg heeft dat gezegd, dat wij in zorgvuldig overleg met de ondernemers moeten kijken welke zaken er nu echt extra worden gerealiseerd, want een grindtegel vervangen door een nieuwe grindtegel is niks extra's, dat is gewoon. En wij willen dan met de ondernemers overleggen wat de mogelijkheden van die baatbelasting zijn. Dus voor alle duidelijkheid, het gaat over de extra's en niet over het vervangen van de ene steen door de andere steen. De heer Van Gurp begint zijn betoog met te zeggen dat hij bij wijze van spreken elke dag iets kreeg over de binnenstad. Dat is dan maar goed ook, zou ik zeggen, want de toezegging die gedaan is in de commissie Ruimtelijke Ordening was dat u een aantal dingen nog zou krijgen. Er is ontzettend hard aan gewerkt om dat ook voor elkaar te krijgen en ik ben in ieder geval blij dat de stukken u en ook andere leden van de raad hebben bereikt. In aansluiting op de discussie die ik samen met u heb gevoerd in de commissie ruimtelijke ordening over de visie op het structuurplan moet je nu een vaststaand eindbeeld hebben, moet je een richtbeeld hebben, of zijn het elke keer tussen stapjes, is het een soort rollende steen die stukje bij beetje verdergaat, denk ik dat dat een kwestie is van hoe je daartegen aankijkt. Ik denk dat uw visie op zich heel legitiem is, alleen hebben wij nu voor deze optiek gekozen. Het K.M.A.-terrein erbij betrekken: ik heb al gezegd in de commissie dat in de studie naar de westflank ook eens voorzichtig gekeken moet worden naar de mogelijkheid om de K.M.A. daarbij te betrekken. Wonen in de Belcrum: ik verwijs u naar besluit 9, zoals in de nota van wijzigingen is opgenomen, waarin nadrukkelijk de woonfunctie is genoemd. Dat het parkeren in de parkeergarages aan de binnenring wellicht in de toekomst voor bewoners zou kunnen zijn, wil ik niet uitsluiten. Maar ik denk ook aan de discussie van gisterenavond en dat het zinvol is om in 1994 eens te kijken naar de parkeerver- gunningen en wellicht dat je dan dit ook meeneemt. Maar nogmaals, op voorhand zeg ik daar zeker geen ja tegen. U vraagt of ik al plannen heb om de bewoners van de Belcrum bij de spoorzoneweg te betrekken. Het is de bedoeling dat na de raadsuitspraak over het structuur plan in september de zaak op zich wordt opgestart, ook binnen de stuurgroep en dat wij dan moeten kijken op welke wijze gestructureerd naar bewoners toe en gestructureerd naar ondernemers toe, een aantal zaken wordt besproken. Ik kan u wat dat betreft zeggen dat dat de plannen zijn, maar ze zijn nog niet op datum en tijdstip vastgelegd. De heer Garritsen vraagt: kun je de militaire terreinen erbij betrekken? Mijnheer Garritsen, dat is een interessante discussie. Vorig jaar zei Defensie tegen ons, dat zij een terrein binnen de singels wilde afstoten. Wij hebben toen gezegd: stoot u dan op termijn het Chasséterrein af, daar zouden wij heel gelukkig mee zijn. Dus was het andere terrein voor de dames en heren in Den Haag niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 308