16 JULI 1992
309
bespreekbaar. Wij hebben tot op heden nog geen enkel signaal gekregen dat het wel bespreek
baar is, maar zoals u weet hebben wij ons voorgenomen om elke vijfjaar het structuurplan te
evalueren. Mocht zich tussentijds een beleidswijziging voordoen op Defensie, dan zijn wij er
vroeg genoeg bij om te zeggen dat dat betekent dat wij daarvoor een visie moeten ontwikke
len. De discussie om het NAC- en Het Ei-terrein erbij te betrekken, hebben wij al minstens
twee keer gevoerd. En de afspraak en het staat ook in de tekst die door het college is
aangeleverd over de planning van het zwembad, is dat het in juli in het college komt. De
maand juli is nog niet voorbij en er is nog een aantal collegevergaderingen gepland; dus in juli
in het college en niet in de raad. Wij gaan uiteraard hard aan het werk met het bestemmings
plan, dat is terecht. We proberen ook de automobiliteit terug te dringen.
De heer GARRITSEN
U had in mijn richting gezegd: als wij in de raad over het structuurplan praten dan is die zaak
wat verder ontwikkeld en dan zal er informatie kunnen komen. Nu wordt die zaak toch een
beetje afgeschermd.
Wethouder KOEKKOEK
Er is iets meer ontwikkeld, maar het is nog niet zover, dat die informatie al naar buiten kan
worden gebracht. Dus wat ik heb gezegd, dat klopt, maar het kan nog net niet naar buiten.
Dan wil ik ingaan op de ingediende amendementen en moties. Van het amendement van CDA,
VVD en D66 met betrekking tot de busbaan, zegt het college: wij hebben zowel in het struc
tuurplan, als vanavond uitgebreid onze argumenten weergegeven waarom wij na een moeizaam
zoekproces, na een moeizaam proces van wikken en wegen, hebben gekozen voor dit tracé.
En wij willen ook dit tracé handhaven. Ik zeg u erbij, dat het college dit unaniem van mening
is. Ik wil wel wijzen op de consequenties van dit amendement. Wij hebben als college niet al
te hoge verwachtingen van de heronderhandelingen. U kunt zelf uw conclusies trekken uit de
brief. Wij zijn daar toch wel heel voorzichtig in. Ik wil u er ook op wijzen, namens het
college, dat het nog onduidelijk is wat de consequentie kan zijn van een uitstel van een keuze
van het tracé voor andere projecten die wij in de binnenstad willen realiseren. Het is ons nog
niet duidelijk geworden of er bezwaren van de Provincie zullen komen, als zij weten dat de
raad van Breda geen keuze doet over een tracé voor het openbaar vervoer, maar wel andere
dingen wil realiseren die juist de automobiliteit aantrekken. Ik zeg er eerlijk bij dat dat
onduidelijk is voor het college, maar het kan een consequentie zijn en namens het college leg
ik dit toch als zorg aan u voor. In de derde plaats kan uitstel in de besluitvorming met be
trekking tot het tracé tot een risico leiden met betrekking tot de subsidieverstrekking. Dat is
ook een zorgpunt van het college, dat wij graag bij u op tafel leggen. Kortom, alles overwe
gende is het college unaniem van mening dat wij u dit amendement moeten ontraden. Dan is
er een amendement ingediend door Groen Links. Gezien de argumenten die ik net heb
genoemd, zal het u duidelijk zijn dat ook dit amendement u door het college wordt ontraden.
Er is een motie over de Grote Markt. Het college stelt voor de motie over te nemen, omdat in
een gedegen onderzoek het in ons oordeel vanzelfsprekend is dat je ook een andere benadering
opneemt, zeker als het erom gaat om modelmatig de voor- en nadelen te schetsen, opdat
daarna heel gewogen een besluit genomen kan worden. Het college stelt dus voor deze motie
over te nemen. De motie van Groen Links over de K.M.A. wijst het college af. Ik kan ook
zeggen, ik vind hem overbodig gezien de toezegging die ik in de commissie en zojuist heb
gedaan. Maar wij wijzen hem ook af omdat verzocht wordt dat het college met Defensie moet
gaan onderhandelen. Onderhandelen vinden wij wel iets heel anders dan in de studie over de
westflank elementen van de K.M.A. opnemen. Dus in die zin zeggen wij: hij is overbodig,
maar wij wijzen hem ook nog af. Tenslotte de motie over de spoorzoneweg. Ik heb u net
aangegeven dat het college vindt dat deze weg op zich noodzakelijk is, dat wij er vanuit gaan