16 JULI 1992 312 De heer VAN DE STEENOVEN In vergelijking tot de huidige situatie vind ik het ver gezocht om te zeggen dat straks alle bussen, die er nu ook overheen rijden, halteren op de Karnemelkstraat. Er komen geen auto's meer en die en dat weet ik ook uit ervaring, verzorgen daar de meeste congestie. De gewone auto's die daar met name ook illegaal doorheen gaan, verdwijnen dan. Het bezwaar dat er dan ineens geen ruimte meer zou zijn voor die fietser die daar nu ook langsgaat vind ik overdre ven. Ik kom terug op mijn algemene punt: de amendementen. Alle fracties roepen hier om het hardst dat ze zo voor het openbaar vervoer zijn, dat ze zo voor het milieu zijn, dat ze ook voor de busbaan zijn, maar ze komen allemaal wel met een amendement. De twee amende menten hebben een aantal overeenkomsten, met het schrappen van besluit 37, waarin als eerste zin staat: de bereikbaarheid van de binnenstad in de omliggende woonwijken zal worden verbeterd door de aanleg van een vrije busbaan. Ook dat wordt dan zonder meer geschrapt. Je kunt hier wel roepen: wij zijn zo voor de busbaan, maar je gaat het vervolgens wel in een amendement uit het besluit schrappen. Als je alleen bezwaar hebt tegen het tracé, schrap dan het tweede stuk. Mijn bezwaar tegen het amendement verder is, dat in punt twee van het besluit gevraagd wordt opnieuw te gaan onderhandelen. Ik heb zelf het gevoel dat dat vragen is naar de bekende weg. Wij weten hoe men erover denkt. Dat is uit allerlei correspondentie gebleken. Dat heeft ook het college medegedeeld. Dus wat voor zin heeft het om het college op pad te sturen voor onderhandelingen waarvan wij de uitkomst al weten? En dan denk ik, om dan tegelijkertijd De heer DERIJCKERE Graag een korte interruptie. Ik denk dat het van belang is dat, gesterkt door een visie van politiek Breda, het college op pad gaat om met die visie opnieuw te onderhandelen. De visie van politiek Breda was tot op dit moment nog niet bekend. De heer VAN DE STEENOVEN Die visie ligt er toch. Er is toch een S.V.V. Er ligt toch al een structuurplan, dat is toch aanwezig. Dat was toch ook allang aanwezig op dit punt. Er is wat dat betreft niets nieuws. En toch stuurt u het college op pad voor onderhandelingen. Daar komt bij het gegeven dat je daarbij grote risico's gaat nemen, op de eerste plaats voor een busbaan in Breda, omdat je je subsidie van rond de 8 miljoen dreigt te verspelen en op de tweede plaats gaat het structuur plan wellicht zodanig incompleet worden, dat de Provincie zegt: dit is geen echt structuurplan binnenstad meer, dus is dit ook geen basis voor artikel 19-procedures. U weet dat wat dat betreft een verscherpt beleid wordt gevoerd. Daarom zeg ik: ik vind het nog al wat dat met name de collegepartijen deze risico's op zich nemen door dit amendement door te zetten. Wij zullen uiteraard dit amendement niet steunen en dat geldt evenzeer voor het amendement van Groen Links, dat op een aantal punten dezelfde strekking heeft. Dan komen wij op de motie van de VVD waarin wordt gevraagd om nog eens een onderzoek te doen om na te gaan of particuliere auto's op de Grote Markt moeten worden toegelaten. Mevrouw Van Bergen had het daarnet over showrijden en dergelijke. Wij hebben er geen behoefte aan om die Grote Markt open te houden. Maar er moet nog gestudeerd worden en als het college zegt, dat zij dit model wil meenemen, dan hebben wij geen bezwaar tegen een onderzoek naar zo'n model. Maar het hoeft wat ons betreft niet, want onze visie is wat dat betreft duidelijk: de Grote Markt moet autovrij. Over het punt om onderhandelingen te starten over een maximale toegankelijkheid van het K.M.A.-terrein, heb ik zelf het gevoel dat het zo niet werkt. Er zijn regelmatig besprekingen en je moet keuzes maken met Defensie. Ik heb niet het gevoel dat dat werkt, dus ik heb wat dat betreft aan deze motie van Groen Links ook geen behoefte. Het zal prachtig zijn als militaire terreinen toegankelijk worden, maar ik weet niet of dat op deze manier gaat, dat je het college door middel van een motie uit de raad daar maar even mee op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 312