16 JULI 1992 320 Akkoord, met de aantekening dat de fractie van de PvdA, met uitzondering van wethouder Koekkoek en wethouder Van Raak, en de fractie van Groen Links geacht willen worden te hebben tegengestemd. 156. VASTSTELLING PLAN VAN AANPAK BINNENSTAD 1992-1997. De heer VAN OS Opvallend in het plan van aanpak is de organisatie en de bemensing rond de organisatie. Het lijkt erop, als je de tekst leest, dat we bijna structureel externe capaciteit inhuren om dit project te trekken. Dat lijkt ons niet juist. We willen vragen of de wethouder in de commissie nader kan terugkomen op de bemensing om na te gaan of het niet mogelijk is om eventueel ambtelijk de zaak toch anders in te richten. De heer GARRITSEN Dit voorstel van D66 ondersteunen wij van harte. Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Van heel groot belang bij de totstandkoming van de projecten die wij met het structuurplan hebben vastgesteld, is de houding van de gemeente tegenover de publieke en de private samenwerking, dus eigenlijk tegenover het ondernemerschap en andere instellingen die willen investeren in onze binnenstad. Ik denk dat het zaak is om dat goed te bewaken en de VVD- fractie beveelt dat van harte in uw aandacht aan. En ik denk, gezien de grote inkomsten die daaruit voortvloeien, dat dat ook een erg belangrijk onderdeel is van het welslagen van dit plan. En de verdere middelen moeten voor een groot deel ook komen uit de stadsvernieu- wingsgelden. Ik denk dat we daarop heel alert moeten zijn, gezien de neigingen bij het Rijk om op de stadsvernieuwingsgelden te korten en ik denk dat we dan wellicht tot een heroverwe ging zullen moeten komen zoals ook de secretaris van de commissie Ruimtelijke Ordening bij de uitnodiging voor de vergadering aan de leden heeft doen toekomen. Verder ontmoet het plan van aanpak bij ons geen tegenstand. Wethouder KOEKKOEK Over andere bemensing van het project en de coördinatie daarvan zeg ik u toe dat ik daarover met de commissie van gedachten wil wisselen. Of dat ook tot concrete veranderingen leidt, hangt natuurlijk af van de situatie binnen het gemeentelijk apparaat, maar het is denk ik een goede zaak om daarover met elkaar te spreken. Het is duidelijk dat goede relaties met de private partners van groot belang zijn, mevrouw Van Bergen. Ik onderstreep dat ook van harte. Vandaar ook dat de stuurgroep regelmatig overlegt met de Kamer van Koophandel en anderen die bezig zijn in het bedrijfsleven in de binnenstad. Ook via het Grondbedrijf ligt er een aantal contacten naar private partners. Het fonds Stadsvernieuwing wordt alleen voor de jaren 1992 en 1993 ingezet, voor de rest is het indicatief. Dat geldt ook voor het totale meer jarenplan stadsvernieuwing dat we bij de begroting zullen behandelen, omdat we inderdaad niet weten wat het Rijk in het voorjaar van 1993 zal doen met de gedachte om het fonds Stadsvernieuwing terug te schroeven. Wij zijn er inderdaad heel alert op en als we signalen krijgen dat we daarin moeten bijstellen, dan zullen we die aan u doorgeven en u voorstellen doen. De heer VAN DE STEENOVEN Een korte stemverklaring. Gezien het feit dat wij tegen het structuurplan hebben gestemd omdat wij het een incompleet structuurplan vinden, vinden wij ook dat de basis voor een plan van aanpak wat ons betreft op dit moment niet aanwezig is, dus zullen we tegenstemmen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 320