16 JULI 1992 324 overwegende dat de aanleg van een golfbaan strijdig is met het door de raad vastgestelde Gemeentelijk Milieu Beleidsplan waarin is besloten voor de beekdalgebieden ten zuiden van de stad versterking van het beekdallandschap en natuurontwikkeling te bevorderen; van oordeel zijnde dat de noodzaak tot aanleg van een golfbaan in het gebied 't Hout onvol doende is aangetoond; besluit: het ter vaststelling voorliggende raadsbesluit te wijzigen als volgt: 1. de tekst bij punt 1 als volgt te wijzigen: - achter nummer 74 in te voegen, de nummers 78, 79, 80, 82, 83, 85, 86, 92, 94. - achter nummer 70 in te voegen, de nummers 76, 77, 81, 87 tot en met 91, 93; 2. de tekst bij punt 2, derde gedachtenstreepje, te vervangen door de volgende tekst: - artikel 18, lid 3, komt te vervallen. en gaat over tot de orde van de vergadering. Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Bij de behandeling van dit bestemmingsplan wil ik beginnen met te zeggen waarover ik het niet ga hebben. De VVD-fractie wil namelijk niet ingaan op het feit of er wel of geen golfbaan komt in dit gebied. Dat is namelijk nu niet aan de orde. Ditzelfde feit heeft wel voor veel emotie gezorgd. Er is veel onduidelijkheid geweest in de procedure en de VVD-fractie betreurt dit en is er ook al eerder op ingegaan in de diverse commissievergaderingen die wij al aan dit punt hebben gewijd en hierdoor is wat een goede en inhoudelijke discussie had kunnen zijn over een goed bestemmingsplan verworden tot een steekspel van woorden in een bescha mende commissievergadering van 7 termijnen van de commissie Ruimtelijke Ordening, Verkeer en Vervoer. Op dit moment liggen de feiten zo: het MER-rapport is gekoppeld aan de behandeling van de wijzigingsbevoegdheid. Nadat het bestemmingsplan buitengebied onherroe pelijk is, kan een aanvraag om medewerking aan de realisatie van een golfbaan in behandeling worden genomen, en hierbij hoort de Milieueffectrapportage. En op dat moment zijn beide aan de orde. De VVD-fractie is tevreden met de zorgvuldige formulering van de inleiding van het preadvies en constateert dat het college voltallig daarmee instemt. Op het moment dat de initiatiefnemers naar het college komen met een aanvraag, heeft het college dus niet alsnog de handen vrij om wel of niet met een voorstel naar de raad te gaan, maar de wijzigingsbe voegdheid is aan de raad gehouden, dus het college zal in ieder geval met een voorstel naar de raad moeten komen. Ik zou daar graag een reactie op hebben, mede gezien de opmerkingen van de heer Derijckere van het CDA. Het bestemmingsplan buitengebied is meer dan 't Hout alleen, en ik denk dat je, als je ook alleen over 't Hout praat hoe mooi dan ook, andere gebieden verschrikkelijk te kort zou doen. De hoofdlijn in het bestemmingsplan, dat wij hopelijk vanavond vaststellen, is het tegengaan van de uitbreiding van bebouwing in het buitengebied. Het beschermt het landelijk karakter in het hele gebied. Het nieuwe plan is gekomen in de plaats van vele andere plannen, die deels zijn verouderd en deels niet op elkaar zijn afgestemd. Het is dus buitengewoon goed dat we nu één heel groot bestemmingsplan hebben. Het geeft ook meer rechtszekerheid voor de burger. Nagenoeg alles is geïnventa riseerd, dat is een groot werk geweest. Er zijn diverse bezwaren binnengekomen en daarvoor heeft de commissie Ruimtelijke Ordening ook een aparte hoorzitting gehad. Het college is in het raadsvoorstel in 69 pagina's ingegaan op de bezwaren voorzover ze van toepassing waren op datgene dat wij nu in het bestemmingsplan buitengebied gaan vaststellen. De VVD-fractie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 324