16 JULI 1992 325 kan zich vinden in de motivering en in het concept-besluit en wij willen graag onze compli menten maken met dit bestemmingsplan. De heer VAN GURP Er is reeds tweemaal uitvoerig gesproken over het bestemmingsplan buitengebied, daardoor kunnen wij het nu kort houden. De heer Peeters zei het al, het is op zich een prima bestem mingsplan. Dat vinden wij ook. Wij vinden dat in het bestemmingsplan recht wordt gedaan aan de verschillende functies die daar in het gebied te vinden zijn, hoezeer die ook met elkaar botsen. En die zullen in de toekomst zeker ook nog wel eens botsen. Maar wij denken dat met dit bestemmingsplan een goed kader is geschapen om dat in goede banen te leiden, waarbij wat ons betreft het accent dat op natuur en milieu is komen te liggen in het bestemmingsplan voldoende is waargemaakt. Ik kan me beperken tot de twee knelpunten die wij met betrekking tot het bestemmingsplan hebben. Het zal de wethouder ook niet verbazen en ik wil daarover geen grote discussie meer voeren, maar het betreft het dierenpension. Ik heb proberen uit te leggen waarom wij daar bezwaren tegen maken en dat zijn procedurele redenen. Wij denken dat men hier een beheersprobleem tracht op te lossen met het verkeerde instrument. Het instrument bestemmingsplan is ervoor om bestemmingen vast te leggen en niet om beheers problemen op te lossen. Wat dat betreft denk ik dat wij het over de illegale uitbreiding best met elkaar eens waren, maar dat neemt niet weg dat je het daarvan los moet zien en dat iedereen dezelfde rechten moet hebben. En als anderen uitbreidingsmogelijkheden krijgen dan moet iedereen die krijgen. Vandaar dat wij aangaande dat punt een aantekening willen maken. Het tweede punt, betreft het golfterrein. Het moet mij van het hart dat het mij nu toch wat steekt dat mevrouw Van Bergen spreekt over een beschamende commissiebehandeling, als wij over dermate belangrijke zaken praten als één golfterrein of een busbaan. Dat snijdt zo diep in in allerlei zaken, dat ik het alleen maar te waarderen vind dat de voorzitter in een dergelijke vergadering de mensen ook de ruimte biedt om daar goed en gefundeerd met elkaar over te discussiëren. Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Mijnheer Van Gurp, ter interruptie. In die zeven termijnen zijn geen andere gezichtspunten en standpunten ingenomen dan dat men in twee termijnen had kunnen doen. En ik ben het met u eens dat je over belangrijke punten wat langer zou kunnen vergaderen. Maar dat had evengoed in twee, desnoods in drie termijnen gekund. Er werden voortdurend alleen maar stellingen betrokken en op elkaar geschoten en verder niets en dan zeg ik: dat is een beschamende voor stelling. De heer VAN GURP Die vele termijnen duiden in ieder geval op de betrokkenheid van de mensen en dat vind ik een goede zaak, of men nu voor of tegen is. Al onze argumenten hoef ik, denk ik niet echt te herhalen. Ik kan er kort in zijn. Het behoud van de natuurwaarde in het gebied staat bij ons voorop. Golf mag van ons best, maar dan op die terreinen die toch al verpest zijn, met andere woorden, waar het in ieder geval iets kan toevoegen aan een gebied en niet in een gebied dat al mooi is. Wij denken dat de wijzigingsbevoegdheid wat dat betreft ook helemaal niet nodig is. Op het einde van de discussie in de commissie werd het wat beter uitgekristalliseerd. Het college heeft en niet alleen dit college, maar ook het vorige college, bepaalde toezeggingen gedaan. Ik kan mij daarbij voorstellen dat de leden van het college dan ook daaraan vast willen houden. Dat geldt ook voor onze eigen wethouder vanuit zijn verantwoordelijkheid. Maar dat betekent, wat hem betreft, in ieder geval ook inhoudelijk gezien helemaal niet dat hij zijn handen niet vrij heeft. Dat wil ik toch graag gezegd hebben. En wat de raad betreft, heeft hij ook zijn handen vrij. De wethouder heeft dat ook echt toegegeven. Wij hebben in ieder

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 325