16 JULI 1992
330
voor mij waren om te beantwoorden. In overleg met collega Van Dongen en de ambtenaren
heeft u een aantal vragen schriftelijk beantwoord gekregen en u komt nu op tenminste één van
die zaken terug. U zegt: hoe zit het nou dat de aanleg van de golfbaan toch zou leiden tot een
verbetering van de ecologische situatie van dat gebied? En u legt dan met name de koppeling
met de kwel. Ik wil u niet vermoeien met een uitleg over het kwelsysteem. Waar het wel om
gaat is, dat het water dat uit de diepere ondergrond dan wel uit de ondiepere ondergrond naar
boven komt onder invloed van de intensieve landbouw en het intensieve agrarische gebruik
negatief wordt beïnvloed door meer drainage, meer beregening en meer bemesting. De veron
derstelling is nu dat het door het aanleggen van een golfbaan ten aanzien van dat aspect, ik
herhaal, alleen ten aanzien van dat aspect, want daar hebben wij het nu over, beter zou
kunnen gaan. Het water wordt beter vastgehouden en er wordt ook geen water uit de Weerijs
gepompt voor de beregening. Ik zeg er ook bij, want dat is ook reëel, dat de gronden van een
golfbaan, als die er zal komen, ook bemest zullen worden, zodat je ten aanzien van dat aspect
niet kunt zeggen dat het daar absoluut op vooruit gaat, want daar zal ook bemest moeten
worden. Dat is de redenering van het college geweest om te zeggen: je kunt inderdaad stellen
dat op een bepaald aspect een verbetering van het gebied is voor te stellen.
De heer GOOS
Weet u hoeveel kunstmest dat er per hectare gaat op een golfterrein? Dan moet u alleen de
kleur eens bekijken.
De heer GARRITSEN
Geeft u het antwoord eens.
Wethouder KOEKKOEK
Vindt u het goed dat ik gewoon doorga met mijn beantwoording? Op de vraag waarom wij tot
een wijzigingsbevoegdheid zijn gekomen, heb ik net al gezegd dat dat een afspraak is die het
college heeft gemaakt ten opzichte van de initiatiefnemers. Dat zullen wij aan de raad
voorleggen. Wij kunnen uitgebreide discussies met elkaar voeren of we dat wel of niet hadden
moeten doen, maar het is een bestuurlijke toezegging en het college vindt dat ze die moet
nakomen.
De heer VAN GURP
U bent duidelijk, maar bent u het dan ook met mij eens dat de raad de handen vrij heeft?
Wethouder KOEKKOEK
De raad stelt het bestemmingsplan vast en dit bestemmingsplan is inclusief de wijzigingsbe
voegdheid. Als de raad vindt dat die wijzigingsbevoegdheid daarin niet moet worden opgeno
men, dan is de raad daarin natuurlijk vrij, want zij is het hoogste gezag dat in de gemeente
een bestemmingsplan vaststelt.
De heer VAN GURP
En bent u het dan ook met mij eens dat wij dan ook geen enkel gevaar lopen ten aanzien van
claims, die mogelijk zouden kunnen komen?
Wethouder KOEKKOEK
Ik ben geen jurist dus ik zeg niet nooit, nooit. Maar waar het om gaat is dat het college eraan
gehouden is een toezegging na te komen. Het is een bestuurlijke toezegging die wij serieus
nemen en die wij aan u voorleggen.