16 JULI 1992 333 De heer GARRITSEN U kreeg signalen. Maar voor alle duidelijkheid want het blijft een mistig verhaal, heeft de commissie MER het college of leden van het college opgebeld en gezegd: u zou het anders moeten doen? Hoe is dat gegaan? Zijn er brieven geschreven of hebben collegeleden gebeld? Wethouder KOEKKOEK Er is op enig moment bestuurlijk overleg geweest met een delegatie van de MER-commissie. De landelijke voorzitter is in Breda geweest en die heeft gewoon een aantal signalen afgegeven en gezegd: luister eens, zo en zo en zo zouden jullie het moeten doen. De heer GARRITSEN Door wie is hij dan uitgenodigd? Is hij zelfstandig gekomen? Er lag een procedure, die wij als gemeente hebben afgesproken. Tot drie keer toe is ook in mijn richting verteld hoe die procedure zal werken. Het was steeds onduidelijk en ik begreep het niet. Maar toen is steeds gesproken over de procedure waarvoor toen was gekozen en om vijf voor twaalf wordt die gewijzigd. Wie heeft er nu met de commissie MER contact gezocht? Heeft die zelf een brief geschreven? Hoe is dat nou gegaan? En hoe is VROM erbij gekomen? Geef daar nou eens een helder antwoord op. Wethouder KOEKKOEK Voorzover het mij bijstaat heeft de voorzitter van de landelijke MER-commissie dat initiatief zelf genomen en hebben wij zijn signalen geverifieerd bij het ministerie van VROM. En daarop hebben wij bericht gekregen dat dat inderdaad kan en dat het wellicht ook beter is zo. En als het gaat om het plan van de eerste aanleg, dat je dat aan een MER-plicht onderwerpt. Tot slot is een amendement ingediend. Het college is unaniem van mening dat dit amendement moet worden afgewezen. Het gaat op dit moment om een wijzigingsbevoegdheid die pas geactualiseerd wordt als er een MER-rapport is uitgebracht, als er een economisch exploitatie overzicht is enzovoort, enzovoort. En daarom zeggen wij dat artikel 18, lid 3 in het bestem mingsplan kan blijven staan. De heer DERIJCKERE Het concept-streekplan heeft vooralsnog geen consequenties, maar zodra die er zijn dan zullen wij dat horen. Ik heb ook in de eerste termijn gezegd, dat het uiteraard ten aanzien van die tijdplankaarten erg lastig is om die dingen allemaal in die tijd gerealiseerd te krijgen. Daar ben ik mij ook van bewust. Vandaar dat ik toen ook al zei: zoveel als mogelijk. Maar dat er nu goed aan wordt gewerkt, dat stemt tot tevredenheid. Ten aanzien van de glastuinbouw het volgende. De portefeuillehouder heeft herhaald datgene dat in de commissie is geweest en wij menen dat wij om procedurele redenen en dat heb ik gezegd in de eerste termijn, niet akkoord kunnen gaan met dit onderdeel. Gedane toezeggingen terugdraaien, betrokkenen niet tijdig informeren, zijn zaken waarvan wij zeggen: dit kan allemaal niet. De heer VAN GURP Maar mijnheer Derijckere, het zijn toch geen toezeggingen van ons. Dat staat toch totaal los van dit. Ik had het in de tweede termijn willen doen. Maar het is toch duidelijk mijnheer Derijckere, de wethouder zegt het glashelder. De procedure van die MER-rapportage loopt, die is nog De heer DERIJCKERE Ik heb het niet over de MER op dit moment. Ik heb het over de glastuinbouw. Ik dacht al dat er iets fout zat, maar het is ook al laat. Het amendement als laatste punt. Het zal, denk ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 333