16 JULI 1992 338 willen het beekdal op een manier gebruiken die ook de beste bescherming biedt. En er zijn mogelijkheden met provinciale en landelijke plannen en met datgene dat ook in het gemeente lijk milieubeleidsplan en in het natuur- en landschapbeleidsplan van de gemeente staat, om het in die richtingen te gaan doen. En ik denk dat ik het niet beter kan verwoorden dan wat de heer Peeters heeft gezegd, het is een zwaard van Damocles dat in feite boven dat gebied hangt. De ontwikkeling in de richting die we eigenlijk zouden willen wordt nu geblokkeerd en dat is heel tragisch. En vandaar dat ik een dringend beroep doe op de mensen om het amendement, waarvoor ik de voorzitter wil vragen over te gaan tot een hoofdelijke stemming, te steunen. Wethouder KOEKKOEK De CDA-ffactie komt nog een keer terug op de kwestie van de omschakeling van de glastuin bouw en met name zegt u: u bent tegen om procedurele redenen. Ik denk dat het goed is om nog even terug te gaan naar de geschiedenis. Vanaf 11 februari tot 11 maart heeft het plan ter visie gelegen. Vanaf de eerste of tweede week van april hebben wij de nota van wijzigingen van de Provincie gekregen. Als je reageert op bezwaarschriften, dan zul je niet alleen de inspraakreacties, die daarvoor waren verzameld, het P.P.C.-advies en de lijn van hogere overheden allemaal bij elkaar moeten brengen, maar ook de eigen opvatting zoals ik net heb geschetst. Dat alles bij elkaar heeft er toe geleid om dat, in het kader van de definitieve afhandeling van de bezwaren, in deze stelling te betrekken. En ik denk dat inspraak in dit aspect een van de zaken is die meespeelt bij de uiteindelijke afweging. De raad moet alle belangen ten opzichte van elkaar afwegen en ik wil alleen maar tegen u zeggen dat wat dat betreft, de procedure qua tijdstippen correct is verlopen. De mensen konden niet eerder worden geïnformeerd, omdat in ieder geval vanuit de hogere overheid het signaal ook niet eerder bekend was. Ik blijf met de heer Peeters van mening verschillen over de interpretatie van de MER-plicht en ik blijf ook met hem verschillen over de motieven dat een golfbaan wellicht positief is ten opzichte van het milieu. Ik heb u geprobeerd te overtuigen en ik heb ook aangegeven De heer PEETERS Dat laatste verstond ik niet goed. Wilt u dat nog eens herhalen. Wethouder KOEKOEK Ik denk in dit geval aan uw redenering die u in de commissie heeft gehouden. Over het feit dat een golfbaan beter is voor het milieu, heb ik ten aanzien van het aspect van de kwel aangegeven dat dat op een bepaald gebied inderdaad beter kan zijn. Ik heb een uitzondering gemaakt voor de bemesting. Daarin werd ik nog ondersteund door de heer Goos. Met andere argumenten kan ik u blijkbaar niet overtuigen. Ik constateer dat we jammer genoeg daarin elkaar niet kunnen bereiken. De Ambtelijke Provinciale Werkgroep, die daar op dit moment ook aan de gang is, heeft een voorlopig verhaal gemaakt over de mogelijkheden van de begrenzing van de ecologische hoofdstructuur dan wel de groene hoofdstructuur. Het is, zeker gezien de discussies die morgen over het streekplan plaatsvinden, nog volstrekt onduidelijk waar dan de definitieve begrenzing zal komen te liggen. Want het gaat toch om die 30.000 hectare die ergens moeten worden geduid. Als dat tot een positieve zaak leidt, is het op zich denk ik voor het gebied alleen maar goed. In de richting van de heer Garritsen heb ik geprobeerd de argumenten aan te geven waarom het college uiteindelijk heeft gezegd dat 't Hout voor een planologische optie in aanmerking komt. En tenslotte het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 338