24 SEPTEMBER 1992
344
De VOORZITTER
Dames en heren, leden van de gemeenteraad, mijnheer Römkens, mevrouw Römkens, familieleden
en genodigden. Vanavond nemen we afscheid van een wethouder die op 7 september jongstleden
precies 10 jaar wethouder was van deze gemeente. De start van zijn politieke carrière in Breda
dateert van 1980 toen hij als lid van het CDA deel ging uitmaken van de gemeenteraad. Toch,
en dat zal ongetwijfeld het overgrote deel van de aanwezigen hier bekend zijn, is de heer Römkens
van oorsprong een Limburger. Geboren in Kerkrade koos hij begin zestiger jaren voor een studie
aan de Sociale Academie in Sittard. Deze opleiding mondde in 1964 uit in zijn benoeming tot
Algemeen Leider van de Levensschool in Apeldoorn, waarmee zijn eerste stap buiten de provincie
Limburg was gezet. Toen de heer Römkens vervolgens in 1980 lid werd van deze gemeenteraad
was hij voor een aantal leden van het gemeentebestuur al geen onbekende meer, omdat hij sedert
1965 in Breda de functie bekleedde van directeur van het Gecoördineerd Bejaardenwerk en als
zodanig bij menigeen bekend stond als een uitstekende belangenbehartiger. Beste Frans, lieve
Gemmy, "kwaliteit komt altijd bovendrijven" is een vaak gebezigde waarheid die zeker ook op
jou van toepassing is. Al op 7 september 1982 werd jij benoemd tot wethouder en hoewel jij
in de begindagen van je wethouderschap wel eens verzuchtte datje "met molentjes op liep" duurde
dit laatste niet erg lang. Al snel had je de teugels van je eerste portefeuille Sociale Zaken, Welzijn
en Volksgezondheid stevig in handen, zelfs ook na de tussentijdse portefeuillewijziging in 1985
waardoor je belast werd met Financiën, Personeel, Organisatie en Milieu. In de relatief korte
tijd dat wij samen aan de gemeentelijke bestuurstafel hebben gezeten, heb ik je leren kennen als
een goed en doortastend bestuurder. Het is ook daarom dat ik bij een gelegenheid als deze mede
de vertolker wil zijn van zowel je collega-wethouders als van de vele ambtenaren voor wie jij
de vooruitgeschoven post was in het college. Vanwege het aantal portefeuilles dat jij hebt beheerd,
moet ik mij noodgedwongen vanavond beperken tot een greep uit al datgene wat mede onder
jouw wethouderschap tot stand is gekomen. Een typering van jou als wethouder van financiën
is dat je een echte penningmeester was in de goede zin van het woord. Een voor de financiële
medewerkers van deze gemeente bekende uitspraak van jou: "een gulden kun je maar een keer
uitgeven en dan moetje die eerst nog verdiend hebben, zo simpel is dat" zegt meer dan duidelijk
hoe consciëntieus jij omging met het gemeenschapsgeld. Een bijzonder actiepunt is ook dat voor
het eerst door jouw toedoen is bereikt dat nu tijdig voor deze zomervakantie de rekening van
het voorafgaande jaar door de raad is vastgesteld en de begroting voor 1993 volledig is afgerond.
Het is aan jouw stimulerend en vooral consequent bestuur toe te schrijven dat momenteel weer
kan worden uitgegaan van een gezonde financiële basis. Ook was je als wethouder van financiën
niet gespeend van de nodige creativiteit om financiële perikelen rond grote projecten zoals
bijvoorbeeld het Stadskantoor tot een goed einde te brengen. Dankzij deze gelukkige eigenschap
behoedde jij jezelf overigens voor een radicale wisseling van beroep waarvan de Kip-klok die
jij bij de opening van het Stadskantoor kreeg een blijvend aandenken is. Alhoewel je maar kort
wethouder bent geweest van Personeel en Organisatie is ook deze periode omgeven met de nodige
wapenfeiten. De belangrijkste daarvan was de aanpak van de omvangrijke brandweerproblematiek,
die in november 1985 leidde tot de in die tijd bekende 33 beslispunten van de raad. Deze onrustige
periode werd bovendien gemarkeerd door een bedrijfsbezetting en door het "ondersneeuwen"
van het Stadhuis, waarmee de idyllische kerstsfeer zich in Breda op een wat vreemd tijdstip
aankondigde. Enkele andere vermeldenswaardige feiten zijn: de gesprekken met de PNEM over
de oprichting van het ENWA, de overgang van de Kredietbank naar de G.S.D., de invoering
van arbeidstijdverkorting en de besluitvorming rond de verzelfstandiging van het Woningbedrijf.
Al met al een "korte maar hevige periode" van 9 maanden, waarin jij al deze problemen hebt
weten aan te pakken op een wijze die veel waardering heeft gekregen van de raad. Frans, ik neem
de vrijheid om wat langer stil te staan bij het jaar 1985. Ik doe dat om een gegronde reden en
wel omdat jij in dat jaar tot taak kreeg de portefeuille Milieu gestalte te geven. Als mede
voorvechter van ons milieu hecht ik eraan vanavond de waardering van menigeen uit te spreken