24 SEPTEMBER 1992 358 beleid praat, de inhoud van deze nota, en je brengt het op die manier naar buiten dan vraag ik me af hoe de coördinatie echt is. Dan zou je kunnen zeggen, het is hard nodig dat er wat beleid gevoerd wordt, maar ik denk dat je daar geen externe deskundige voor nodig hebt. Een stukje simpele afstemming binnen het college zou dat soort gekke situaties ook voorkomen. De kritiek van ons op deze nota is dat zeer sterk het accent ligt op het p.r.-beleid van de gemeente, het communicatiebeleid sterk in die richting betekent het verkopen van de stad. Wil je een stad verkopen, om het maar zo even te noemen, dan moet de kwaliteit van het produkt dat je levert bewijzen dat inderdaad datgene wat je wilt verkopen ook naar buiten komt. Op die wijze moet je het doen. Wij denken dat je er weinig mee opschiet, zoals ook met vrij veel gelden die in het verleden beschikbaar zijn gesteld om Breda als knooppunt te promoten, prachtige glanzende brochures hoe prima het allemaal in Breda is: die kant moetje zeer zeker niet op gaan. Je krijgt dan ook en je ziet het bij alle gemeentes die dit soort beleid gaan voeren, een stuk concurrentie tussen de gemeentes. Je kunt zeggen: dat stimuleert, dat is goed, dan krijg je een betere kwaliteit. Het slaat ook weieens om: datje met twee gemeentes zit te vechten om een bepaalde school binnen te krijgen en dan moetje nog gronden verkopen voor 1,-, terwijl je daar anders toch wat meer voor kunt krijgen als je afstemt: die gemeente wel en die niet. Dus op die manier wordt je vaak uitgespeeld, dus dan kost dat p.r.-beleid nogal wat meer dan datgene wat we nu op tafel moeten leggen. Binnenkort zal een nieuw hoofd communicatie worden benoemd. Wij denken dat het van belang is dat die persoon, die toch de kwaliteiten moet hebben om dat voorlichtings- en communicatiebeleid op de rails te zetten, eindelijk eens de kans krijgt om zijn mening, zijn visie op het apparaat in te brengen. Nu weer externe ondersteuning kiezen, wéér meer dan een ton uitgeven voor externe ondersteuning, vinden wij erg onverstandig, je zou het niet moeten doen. Ook een ander aspect nog en dat is het laatste punt: er moeten weer meer mensen komen, daarvan is toch de nota over het communicatiebeleid sterk doordrenkt. Wij denken dat gewoon de diensthoofden, de stafmedewerkers en in feite alle medewerkers van Breda een stuk voorlichtende taak hebben, dat moet geïntegreerd in een dienst zitten en dan niet met een paar mensen die de stad verkopen. Ik denk dat je dan verkeerd bezig bent. De VOORZITTER Een korte reactie namens het college. Op de eerste plaats dank aan degenen die de nota een helder stuk hebben genoemd en die daarmee hun instemming hebben betuigd. We hebben in het college al uitgebreid gesproken over de wijze waarop in de toekomst de nota verder uitgewerkt zou moeten worden. We hebben op advies van de commissie besloten dat het college daarbij het preadvies op een bepaald onderdeel aan dient te passen. In die geest zullen we ook verder aan de slag gaan en met de uitwerking van het communicatiebeleid uiteraard binnen de kaders. Nog één reactie toch over dat misverstand dat wellicht zou kunnen ontstaan omdat in de nota over de openbaar heidscommunicatie naast de drie andere vormen van communicatie weinig wordt gezegd. Dat is natuurlijk ook zo, omdat nog geen halljaar geleden de nota over de openbaarheidscommunicatie in de commissies en in de raad is behandeld en als zodanig het college daarmee dus ook heeft aangegeven dat die openbaarheidscommunicatie onverminderd de aandacht van het college blijft houden. We hebben gezegd: we moeten op een aantal punten zelfs dat beleid verder gaan aanscherpen. De nota stelt dus ook vast dat het op dat punt in Breda goed gaat. Het is natuurlijk wat overdreven om dat punt waar het goed gaat dan nog eens uitgebreid te belichten. Dat neemt niet weg dat op zich de bronvermelding van die nota ook verstandig was geweest. Op zich gaat het in dat opzicht dus goed, er is geen reden om daarin veranderingen aan te brengen, zeker niet tegen de achtergrond van het feit dat u het beleid al een halljaar geleden nog zo uitdrukkelijk heeft goedgekeurd. We zullen te zijner tijd voor zover er organisatorische consequenties zijn met financiële gevolgen daar bij de raad op terugkomen. Thans is aan de orde de verdere uitwerking, het opstarten van het beleid waarbij dat voor een deel zal gebeuren in de vorm van ondersteuning door interim-management. Dat is overigens ook nodig omdat het huidige hoofd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 358