24 SEPTEMBER 1992 376 Op dat moment waarbij de trein in de richting van het voorleggen van het bestemmingsplan aan de raad reed, u weet dat dit aan bepaalde termijnen is gebonden, heeft men dus simpelweg gezegd: dan halen we die juridische titel eraf en we veranderen dat. En zo is het dus gekomen. Dat is dus niet een kwestie van ruimtelijke ordening, het is gewoon een kwestie van het aanleveren van stukken van een andere sector en die waren De heer GARRITSEN We hebben toch al tientallen keren gepraat over de afstemming tussen twee diensten. Als je op een moment de panden wegbestemt dan moet je natuurlijk een inhoudelijke beoordeling hebben over de waarde van die panden. Voor hetzelfde geld kunt u de redenatie houden: het rijksmonu ment stemmen we weg. Dat zou in de dezelfde lijn kunnen liggen. Dan ga je toch met de deskundigen om de tafel zitten en dan ligt er een advies bij. Er ligt helemaal geen advies bij. Wethouder KOEKKOEK Ik heb het u in de commissie Ruimtelijke Ordening proberen duidelijk te maken, het is duidelijk aan de orde gesteld in de commissie Cultuur, nog een keer in de commissie Financiën en Grondbedrijf en nu in de raad heb ik het al twee keer gedaan. Ik stel voor dat u en ik deze bilaterale discussie op dit punt in ieder geval beëindigen. In de richting van De heer GARRITSEN De laatste opmerking: in de commissie Cultuur kon men geen antwoord zelfs geven op die vraag. Dat was compleet onbekend en vandaar. Wethouder KOEKKOEK Neen, maar ik heb ook gezegd: u heeft het daar aan de orde gesteld. Dus u heeft minstens van een viertal gelegenheden gebruik gemaakt om uw standpunt naar voren te brengen. Ik heb drie gelegenheden om het standpunt van het college naar voren te brengen, ik denk dat we over en weer moeten stellen: we hebben er nu genoeg over gesproken. Ten aanzien van de dekking van het bestemmingsplan dat voor ons ligt gaat het om een drietal elementen: Heilaar, Steenakker en de Westtangent. Heilaar is op dit moment met inspanning kostendekkend te maken. Daar komen we uit. Steenakker: daarover doen we op dit moment op zich in financiële zin niet een concrete uitspraak, maar we zeggen wel, gezien berekeningen en aannames, dat we er vanuit kunnen gaan dat we dat ook rond krijgen. De Westtangent hebben we beschouwd als een groot project, dat wil zeggen niet direct gekoppeld aan de exploitatie van dit bestemmingsplan, maar relevant van belang voor de hele stad. Zo hebben we dat beschouwd en dat kun je beschouwen als een groot werk en dan kun je ook de middelen van het Fonds grote werken daarop inzetten. Een becijfering levert op een tekort van 10 miljoen op die Westtangent, dat is de ene kant. De andere kant is dat het college zich al geruime tijd inspant om elke gelegenheid die zich voordoet om in te spelen op de mogelijkheden voor rijkssubsidie aan te grijpen. Toen dan ook het bericht kwam dat er subsidie kon worden aangevraagd in het kader van infrastructurele zaken uit de aardgasbaten, heeft het college ook een aantal voorstellen aan het Ministerie van Economische Zaken voorgelegd. Daaronder, u zult zich dat wel kunnen voorstellen, ook de infrastructuur Heilaar-Steenakker, de Westtangent. Daarover hebben wij op dit moment enige positieve signalen. Dit is, ik zou bijna zeggen, nog maar het begin, we gaan er vanuit dat we ook andere subsidiebronnen kunnen aanboren die we hoop ik ook tot goede resultaten kunnen laten leiden. Het college heeft in dat verband en ik heb het u al eerder gezegd, een klein comité ingesteld onder leiding van het nieuwe hoofd beleidsplanning met als expliciete opdracht de subsidiemogelijkheden voor het bestemmingsplan Heilaar-Steenakker uit te zoeken, te exploreren, het college voorstellen te doen en ook die subsidies proberen binnen te halen. Dat is dus niet alleen van belang voor de infrastructuur Westtangent, maar uiteraard straks ook van belang voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 376