24 SEPTEMBER 1992 378 Wethouder KOEKKOEK Daartegen mag u best bezwaar maken. Het is een suggestie die binnen het college de ronde doet naast een aantal andere suggesties hoe je dat Westerparkproject financieel van de grond kunt tillen. Uiteraard is het aan de raad om straks te beoordelen of al deze suggesties omgewerkt in collegevoorstellen aan de raad worden voorgelegd en wat de raad daarvan vindt. Wat dat betreft denk ik is de raad altijd degene die daarover besluit, maar uw signaal is duidelijk. Dan het benzineverkooppunt op de Westtangent en op de veiling: op de veiling is het alleen bedoeld, er komt maar één benzinepunt, voor de gebruikers van het Agro Business Centrum. Dus de vrachtwa gens die daar komen kunnen daar in ieder geval benzine tanken. Langs de Westtangent is het een verkooppunt dat inderdaad in een tweede fase is opgenomen in het bestemmingsplan. Degene die vindt dat hij daardoor in welke hoedanigheid ook wordt aangetast, heeft natuurlijk te allen tijde het recht om bij G.S. zijn of haar bezwaren kenbaar te maken. Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Bij interruptie toch nog even. Wij hebben en dat heb ik ook in mijn eerste termijn gezegd, problemen gehad met het benzineverkooppunt op het terrein van de veiling en nu ga je weer zoiets in huis halen. Ik denk dat dat toch moeilijk is, want het is wel bestemd enkel voor het gebruik intern door de veiling, maar het is wel buitengewoon moeilijk, je moet er daar eigenlijk wel iemand naast zetten om te kijken of dat ook in wezen zo gebeurt. Dat soort problemen, en ik kom daarop bij een volgend agendapunt nog even graag bij u terug, daar zijn wij ook niet uit. Prioriteiten van de raad destijds, zei u in de commissie en wij hebben geen mannetjes of vrouwtjes om daarnaast te zetten. Dus ik denk dat het heel moeilijk is dat u dat nu weer opneemt. Wethouder KOEKKOEK Ik heb de motivering gegeven, ik kan er verder ook weinig aan toevoegen. Door wat u aangeeft kan ik me voorstellen dat het een probleem is. Ik weet ook niet vanaf deze plaats hoe je dat heel concreet zou moeten invullen en misschien staat er ook wel iemand bij die op z'n minst kijkt of het een vrachtwagen is, maar verder kan ik ook niet gaan op dit moment. Dan de pleidooien van de heer Van Gurp en de heer Garritsen over een integrale commissiebehandeling. Ik zal dit zeer zeker meenemen wanneer er weer een nieuw bestemmingsplan aan u wordt voorgelegd. De heer VAN GURP Bij interruptie, daar heb ik niet voor gepleit. Wethouder KOEKKOEK Dan heb ik uw woorden te ruim genomen. Neemt u me niet kwalijk. De financiële onderbouwing betrekken bij de inhoudelijke discussie, dat heeft u gezegd. Dat signaal zal ik zeer duidelijk meenemen, dat kunnen we bij een volgend bestemmingsplan doen. Mijnheer Garritsen, op een aantal zaken ben ik al in de richting van anderen ingegaan. U bent tegen de uitbreiding van de veiling. Dat zij zo. Ik word beschuldigd van het bewust onjuiste informatie verstrekken. Dat is altijd een hele moeilijke zaak want het lijkt altijd heel erg zwaar als die woorden worden gebruikt. Ik kan u met de hand op mijn hart verzekeren dat, op het moment dat u die vraag stelde in de commissie Ruimtelijke Ordening, ik dacht dat die zaak al zeer ver af was en voor u ter visie kon worden gelegd. De volgende morgen heb ik, het zal ongeveer vijf over negen zijn geweest, daarover met de directeur Grondbedrijf gesproken en gevraagd: hoever staat het ermee? Hij zei: het is gewoon nog niet klaar, er moet nog een aantal zaken worden ingevuld, dan moet het nog naar het college en dan komt het vanzelf in de raad. Die informatie heb ik u schriftelijk doen toekomen. De heer PEETERS

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 378