20 OKTOBER 1992 387 HEUSDEN, A.W. KOEKKOEK, WETHOUDER; E.J.M. DE LEEUW, F.L. MAAS, H.A. MARTENS, J.P.E.M. MEEUWISSEN, DE DAMES A.W. NEEB-WIEGERSMA, C.C. NOOTEBOOM, DE HEREN N.G.M. VAN OS, M. PEETERS, MEVROUW J.C. VAN DER POEL, DE HEREN H.J.F. VAN RAAK, WETHOUDER; R.G.P. SANDBERG, WETHOUDER; W.J.G. SCHRODER, H.L. SINKE, P.J. VAN DE STEENOVEN, J.P.W.A.A.M. TAKS, B. OUWERKERK, SECRETARIS. AFWEZIG: DE HEER F.L.M. RÖMKENS, MEVROUW J. WOUTERS-KOOTSTRA. De VOORZITTER opent de vergadering om 19.30 uur met het gebed. De VOORZITTER Ik heet u van harte welkom bij de Algemene Beschouwingen van de begroting 1993. Voor de Algemene Beschouwingen van de zijde van de raad is voor alle fracties een spreektijd vastgesteld van vijftien minuten. Ik stel u voor als volgorde van sprekers de grootte van de fracties in acht te nemen. Daar stemt u mee in? Dan is het woord aan de fractievoorzitter van het CDA. ALGEMENE BESCHOUWINGEN (eerste termijn). De heer DUBBELMAN Het motto van onze Algemene Beschouwingen die ik uit mag spreken namens de CDA-fractie is "Samen vooruit". Na een inleiding zal ik enkele opmerkingen maken over het beleid, gevolgd door een financiële beschouwing, om af te sluiten met een opmerking over een evenwichtig beleid, om daarna nog een epiloog uit te spreken. De begroting 1993 geeft de inleiding tot het derde en laatste volledige kalenderjaar van deze raadsperiode. Een derdejaar dat wel eens als oogstjaar wordt beoordeeld van een zittende raad. Er zijn oogsten, maar er zijn ook mis-oogsten. Hoe deze begroting betiteld kan worden is een vraag waar ik namens onze CD A-fractie later op terugkom. Nauwgezette bestudering van de cijfers geeft onze fractie de indruk van een begroting die uitmunt in cosmetische kwaliteiten - het te oogsten fruit blikt redelijk - maar de financiële soliditeit is echter van minder niveau. Wij constateren dan ook met instemming dat het college in de commissie Financiën heeft toegezegd om de in gang gezette toekomstige grote investeringen in beeld te brengen en dit dan mede in relatie tot de ontwikkeling van de totale risico- en reservepositie. Vervolgens een opmerking over het beleid. Om te beginnen denken wij dan aan de nota "Licht op Schering en Inslag", omdat wij naar onze mening deze nota heel belangrijk vinden. Ik kan het wat sterker zeggen: de begroting 1993 is pas acceptabel als vaststaat dat de begroting 1993 niet op zich staat, maar in nauwe samenhang bezien moet worden met de daadwerkelijke invoering, al in 1993, van de eerste stappen van de nota "Licht op Schering en Inslag"zoals besproken in de laatstgehouden commissievergadering Algemene Zaken. Met andere woorden: deze raad dient de moed te hebben om op het kompas van Schering en Inslag een nieuwe koers in te slaan en zaken om te buigen. Geconstateerd kan worden in dit verband dat een belangrijk deel van de uitgaven van de gemeente de post salarissen betreft. Dat wil zeggen dat ombuiging in de gemeentefinanciën, ombuiging in omvang en groei van het gemeentelijk apparaat betekent. Laat ik het anders zeggen: het in dienst komen van de gemeente Breda dient een hoger zeldzaamheidskarakter te krijgen. De benadering van de nota "Licht op Schering en Inslag" wordt door ons dan ook volledig gesteund met inachtneming van het politieke primaat van de raad. De operatie Schering en Inslag dient zijn beslag te krijgen, en daar gaat het natuurlijk om, vanuit een geïntegreerd beleid dat zich uitstrekt over meerdere jaren. Straks zal ik namens de fractie enige bouwstenen aandragen voor dit geïntegreerde beleidMaar om te beginnen moet ik constate ren dat elk beleid uitgevoerd dient te worden door het dagelijks bestuur en de gemeenteraad. Een beleid kan pas slagen als het dagelijks bestuur collegiaal samenwerkt, waarbij ik verwijs,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 387