20 OKTOBER 1992 389 De heer DUBBELMAN Ik ben nu toe aan een kranteartikel waarbij onze plaatselijke CD A-partij voorzitter wordt geciteerd. Daarin zegt hij, als het gaat om de raad als politiek orgaan, dat hij een verschuiving in de beleidsbepaling van commissie naar gemeenteraad voorstaat. Dit standpunt is ook het standpunt van de CDA-fractie en ik voeg daaraan toe dat de raad zich hierbij dient te richten op de hoofdlijnen van het beleid en dat daarbij de voorzitter van de raad geroepen is om hierop toe te zien. Ik vertel hier eigenlijk niets nieuws en verwijs hierbij naar een eerste zin uit het programakkoord, waarbij het hoofdstuk over bestuur begint met de volgende zin: "De raad, als hoogste orgaan, bestuurt op hoofdlijnen". De CDA-fractie is er van overtuigd dat alleen op die wijze de herkenbaarheid van de Bredase gemeentepolitiek voor de Bredase burger wordt bevor derd. Sterker nog, het talmen met het inslaan van nieuwe wegen dient ten opzichte van deze Bredase burger gekwalificeerd te worden tot besturen beneden de maat, terwijl het moet gaan om besturen op niveau. Besturen verlangt het maken van keuzen op hoofdlijnen. Besturen is vervolgens trouw blijven aan deze gemaakte keuzen. Zo hebben in deze raad vier fracties elkaar gevonden in besturen op basis van een programakkoord. Het uitvoeren van dit beleid dient zonder last of ruggespraak te geschieden. De heer GARRITSEN Voorzitter, mag ik de CD A-fractievoorzitter vragen of hij er aan twijfelt dat dat zo gebeurt? Hij gaat er zo uitgebreid op in. De heer DUBBELMAN Bij de Algemene Beschouwingen heb je de gelegenheid om elkaar weer toerustend toe te spreken, aan de toerusting te werken en om te bevorderen dat er zonder last en ruggespraak in het jaar 1993 zoveel mogelijk wordt bestuurd. Overigens is het zonder last; ruggespraak staat niet meer in de wet, maar dat terzijde. De begroting 1993, een financiële beschouwing. Ik heb al gezegd dat de begroting cosmetisch is. Met veel kunst en vliegwerk is er sprake van een sluitende begroting, maar wij constateren dat op termijn een reusachtig gat zich aandient. Dit gat wordt vooral geslagen door elkaar opvolgende rijksbezuinigingen, waar vooralsnog geen einde aan lijkt te komen. Dit betekent op korte termijn principiële keuzes en ik nodig het college uit de aanzetten daartoe te geven. Ik kom terug bij de Algemene Beschouwingen bij de kadernota, waarin mede door het CDA een veel besproken amendement is aangeboden. Dit amendement had als bedoeling om tegen de druk van de bezuinigingen in, over de gehele 4-j aarsperiode evenwichtigheid van beleid overeenkomstig het programakkoord te bewerkstelligen. Het CDA betreurt het dat het amendement in de begroting 1993 veelal slechts terug te vinden is in de vorm van stelposten en niet met concrete of beleidsinhoudelijke invullingen. De heer TAKS Hoe zou dat komen? De heer DUBBELMAN Wanneer kunnen wij deze vertalingen tegemoet zien, is onze prangende vraag. Een andere terugblik op de kadernota betreft de bestuurlijke opdrachten om ook op termijn een gezonde financiële positie te waarborgen. Ons ontbreekt op dit moment inzicht in de stand van zaken. Kunt u dit inzicht verschaffen? Het CDA gaat akkoord met de op bladzijde 5 van de Nota van Aanbieding aangegeven afwijking van het programakkoord. De financiële mee- en tegenvallers worden in de begroting 1993 onmiddellijk structureel verwerkt. Ik leg u daarbij de vraag voor of dit voor de komende jaren niet steeds als uitgangspunt moet worden gehanteerd? Een slotopmerking in het financiële gedeelte van de Algemene Beschouwingen betreft een punt in het programakkoord waarin wij ons hebben uitgesproken over een terughoudend beleid met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 389