20 OKTOBER 1992 397 vandaag, dus ik neem aan dat de opvattingen toch wat aan het kenteren zijn en dat de emoties wat kalmeren. De heer VAN DE STEENOVEN Bij interruptie, ik vraag me af of meneer Taks kan lezen. De heer TAKS Ja, ik kan heel goed lezen. De heer VAN DE STEENOVEN Ik wil dat heel scherp stellen. De heer TAKS Kunt u duidelijk schrijven? De heer VAN DE STEENOVEN Een dergelijke vraag staat in dat persbericht helemaal niet. U zit gewoon verder te interpreteren in een richting waarvan u denkt: dat komt me wel goed uit bij deze Algemene Beschouwingen. Maar wat u nu hier allemaal voordraagt, dat is absoluut niet in het persbericht te vinden. De heer TAKS Het persbericht luidt zoals het luidt. Ja, u hebt misschien andere bedoelingen, ook met uw tegen stem tegen het structuurplan. De heer VAN DE STEENOVEN Ik denk dat u op het moment andere bedoelingen hebt, want u zit er een verhaal omheen te maken dat nergens op slaat. De heer TAKS Ik zal mijn betoog vervolgen. We zullen in de tweede termijn wel horen wat de PvdA verder aan kanttekeningen wil plaatsen. De mededeling van het college dat de beide PvdA-wethouders de in het definitieve schouwburgvoorstel voorgelegde uitwerking van het raadsbesluit van vorig jaar ondersteunen, betekent naar onze mening dat sprake is van een unaniem voorstel zonder enig voorbehoud van de PvdA-wethouders en dat ze dus en daar gaat het om, voor de inhoud daarvan politiek verantwoordelijk zijn. Dat is een concrete vraag aan het college en graag verne men wij in dit algemene politieke beleidsdebat of deze interpretatie juist is. Ik denk dat deze openbare vergadering van de raad hèt moment is om daarover een duidelijke uitspraak te horen van de kant van het college. Ik begrijp dat de PvdA het persbericht niet zo boos heeft bedoeld als wij het hebben verstaan en dat is misschien ook wel een belangrijk politiek feit, want de VVD hecht buitengewoon aan de samenwerking met de PvdA, dat mag bekend zijn. Wij zouden het bijzonder betreuren als de PvdA dat dreigement uit het persbericht, dat dan kennelijk geen dreigement was, waar zou maken en de samenwerking zou verbreken. De VVD heeft immers, dat weten we allemaal, de principiële voorkeur voor een college op een zo breed mogelijke basis. De afspiegeling van de politieke samenstelling van de raad als verdeelsleutel voor de wethou- dersposten past naar onze mening het beste in het monistische karakter van het gemeentebestuur en daarom hechten wij, zoals ik al zei, grote waarde aan voortzetting van de coalitie met de PvdA. En bovendien was die samenwerking tot voor kort ook uiterst constructief en vruchtbaar. Wij vinden alleen en dat moeten wij toch zeggen, dat wij de PvdA willen waarschuwen dat de coalitie snel kan devalueren als een partner zich bij belangrijke besluiten buiten de coalitie opstelt, zoals de PvdA heeft gedaan bij het Structuurplan Binnenstad en waarvan nu een herhaling dreigt bij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 397