20 OKTOBER 1992 405 door de effecten van de voorgaande jaren komen wij in Breda tot een behoorlijke stijging van de tarieven. Een discussie over het basispercentage voor 1993 zou, gelet op de geluiden van het Centraal Plan Bureau (C.P.B.), gevoerd kunnen worden. De politiek in het algemeen vraagt om loonmatiging en dus moeten wij ons als lokale overheid afvragen, welke rol wij spelen in de cirkel van tariefstijgingen en de daarop volgende looneisen. Ons inziens is kostendekkendheid van tarieven ook niet per definitie gekoppeld aan trendmatige verhoging. Investeringen in automatise ring en in het Stadskantoor dienen toch ook doorvertaald te worden. Ten aanzien van financiën een specifieke vraag en dat betreft de 50.000,-- korting op het emancipatiebudget. Aangezien deze niet geheel onderbouwd is, zoals toegezegd is bij de kadernota, vragen wij u om de 15.000,-- voor de Vrouwenraad eenmalig af te dekken, zodat wij dit mee kunnen nemen naar de inhoudelijke discussie van deel 2 van de nota, die nog niet aan de raad is gepresenteerd. Voorzitter, wij komen bij de gemeentelijke herindeling. Het rapport van de commissie Schampers heeft tot nogal heftige reacties geleid en dat was te voorzien. Het is voor onze fractie evenwel helder dat de ruimtelijke problematiek om een oplossing schreeuwt. Dat wij op termijn zelfs niet meer kunnen voldoen aan de in onze stad zelf aanwezige behoefte aan ruimte is onverteerbaar. Natuurlijk, wij kunnenbinnen de bestaande structuur nog indikken, een echte stedelijke bebouwing van de nog aanwezige locaties kan stedebouwkundig een goede zaak zijn. Maar dit lost de feitelijke problematiek niet op. Van belang is wel op welke wijze Breda kijkt naar de invulling bij gebiedsuitbreiding. Voor D66 is van belang dat de bestaande kernen herkenbaar blijven en dat de grote stad dus niet over hen heen walst. Bovendien zullen de waardevolle groen- en na tuurgebieden moeten worden gerespecteerd. De genoemde herkenbaarheid leidt ertoe, dat in het uitvoerende vlak ruimte moet blijven voor enige eigen invulling. Of dit moet leiden tot het instellen van bijvoorbeeld stadsdeelraden of wijkbeheerraden willen wij bezien mede in het licht van de meer wijkgerichte aanpak, zoals voorgestaan bij de reorganisatie. In ieder geval dienen de ervaringen die elders zijn opgedaan basis te vormen voor een goede aanpak. Afgezien van de ruimtelijke problematiek, zullen op regionaal niveau de bestuurlijke verhoudingen moeten worden herijkt. Immers het vraagstuk: waar staan wij voor, houdt niet op bij de gemeentegrenzen, waar die in de toekomst ook mogen liggen. Gemeenten en Provincie zullen voor een goed samenhangend regionaal beleid taken en verantwoordelijkheden moeten afstaan ten gunste van een nieuwe autoriteit. Geen nieuwe bestuurslaag, maar een herschikking van taken en bevoegdheden. Essentieel voor D66 blijft daarbij het democratisch gehalte van deze autoriteit. Het Stadsgewest hier een functie geven is naar onze mening minder gewenst. Wij vragen het college bij de aangekondigde discussie over het rapport van de commissie Schampers deze zaken te betrekken. Voorzitter, de actuele politieke situatie tussen de coalitiepartners vraagt om bezinning en zakelijke aanpak, waarbij de emoties onder controle moeten blijven. Er is naar onze mening nog geen sprake van "de geest uit de fles", maar de kurk vertoont enige beweging. Wij zijn van mening dat die fles beter gesloten kan blijven. Het gaat ons echter te ver om te stellen dat dit koste wat het kost moet gebeuren, er zijn grenzen. Zo vindt de D66-fractie het erg opmerkelijk dat het nu lijkt of er tussentijds preprioriteitenzijn aangebracht in het programakkoord en dit om, wat in een monistisch systeem een normale procedure is, het loyaal uitvoeren van een uitspraak van de raad gerealiseerd te krijgen. Een nieuw fenomeen en een ongewenste vorm van bestuurlijke vernieuwing waar onze fractie zeer veel moeite mee heeft. Het moet een ieder in dit huis toch duidelijk zijn hoe de regels van het spel zijn. Het persbericht van het college geeft dan ook meteen de reikwijdte van de zogenaamde prioriteitsstelling aan. Het is niet meer dan het voornemen van het college om bedoelde voorstellen naar de raad te sluizen. Het is ook aan de raad om daarover te zijner tijd een uitspraak te doen. Wij zullen de voorstellen gelijkwaardig wegen ten opzichte van het totale beleid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 405