20 OKTOBER 1992 413 uitgangspunt zal zijn, maar het verdwijnen van een oude laag en daarvoor in de plaats komend een nieuwe laag is ook het uitgangspunt van het Bredase college. Ofhetdan uiteindelijk zal komen tot landsdelen, zal de tijd in dat opzicht leren. Ik denk in ieder geval dat de positie van de Provincie naar aanleiding van de regiovorming door het hele land fundamenteel ter discussie zal komen te staan. Wat ons betreft is die Provincie dus op termijn gedoemd te verdwijnen. Naar aanleiding van een vraag van de CDA-fractie over de bestuurlijke preventie het volgende. In de commissie Algemene Zaken hebben we afgesproken dat er in november een tussentijds verslag zal komen over de activiteiten op dit terrein. Ik noem u in dat kader op dit moment vier punten zonder dat ik daarop verder inga. De acties die op dit moment lopen zijn de volgende. In de loop van deze maand zal het college besluiten nemen over de hele aanpak van de fietsendiefstal in 1993. De stukken daarvoor zijn inmiddels klaar. Ten tweede: het Marokkaanse jongerenproject, daarvan zal naar alle waarschijnlijkheid de opdracht aan het bureau worden gegeven in de loop van november 1992; begin 1993 kan het project gaan starten. Daar waar het gaat om de beveiliging van bedrijven heeft de eerste bijeenkomst met de wijkgroep, waarin ook het Bredase bedrijfsleven heeft geparticipeerd, plaatsgevonden. Die aanpak ziet er veelbelovend uit, maar dat hangt met name ook af van de bereidheid van bedrijven om er zelf ook geld in te steken. Het risicoproject: u weet dat het de bedoeling was dat het risicoproject ook een beeld zou opleveren ten aanzien van de ontwikkeling van de totale criminaliteit in Breda. Nu is dat risicoproject geconcentreerd op twee wijken waar het buurtbeheer plaatsvindt. De preventieprojecten die daarop volgen zullen in het voorjaar van 1993 de raad en de commissie bereiken. Kortom, er gebeurt in dat opzicht ontzettend veel. Ik kan me voorstellen dat de heer Dubbelman af en toe zegt: er wordt heel veel gesproken. Om u een indruk te geven: destijds waren er bij het Marokkaanse jongerenproject dertig organisaties betrokken en het is tamelijk lastig om als gemeente die dertig organisaties ook precies op één spoor te krijgen. Overigens is dit een ervaringsgegeven uit het hele land. Je merkt het ook in de V.N.G.-commissie Criminaliteit. Ook daar zie je, bij het luisteren naar wat er in andere steden gebeurt, dat het op gang brengen van preventieprojecten een buitengewoon lastige zaak is en datje overleg moet plegen, niet alleen binnen het gemeentelijk apparaat, maar vooral ook daarbuiten. Ten principale denk ik dat op termijn het preventiebeleid een integraal onderdeel zal moeten worden van het reguliere beleid van de diensten. Dat dat nu en dat geldt ook voor een aantal andere steden, nog afzonderlijk gebeurt, is een gevolg van het feit dat het moet worden aangezwengeld. U ziet dat ook op dit moment bij het Ministerie van Justitie. Daar verdwijnen ook de afzonderlijke directies en daar zijn het gewoon de wat algemene directies die zich bezig gaan houden met het preventiebeleid als algemeen onderdeel van het beleid. En zo zou dat op termijn ook in Breda dienen te geschieden. Maar het is aan de politieke partijen om daarover bij de formatie van een nieuw college, want ook dat gaat in Breda ongetwijfeld gebeuren in 1994 met elkaar een uitspraak te doen, net zoals men in 1990 heeft besloten om daar extra aandacht aan te geven. Tenslotte nog een antwoord op een vraag zoals die is gesteld door de heer Taks aan het college. Die vraag heeft betrekking op de positie van de beide PvdA-leden van het college. Zullen zij loyaal het beleid van het college uitvoeren? Dat antwoord, maar dat wist de heer Taks al, luidt uiteraard: ja. Dat betekent overigens ook dat de beide leden van het college waar het hier om gaat, aanstaande donderdag hun stem vóór het voorstel van het college zullen uitbrengen. De heer TAKS Dat betekent voorzitter, dat ze volledig politiek verantwoordelijk zijn voor de inhoud van het besluit? De VOORZITTER En daarmee zijn zij uiteraard ook volledig politiek verantwoordelijk.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 413