20 OKTOBER 1992
414
Wethouder SANDBERG
Mijn bijdrage zal uiterst summier zijn vanavond. Ik wil me namelijk beperken tot een korte reactie
op een enkele stellingname met betrekking tot "Licht op Schering en Inslag". De eerste aanzet
tot dat hele gebeuren is donderdagavond aan de orde. Uitgaande van wat daarover vandaag is
gezegd, hoop ik toch dat dat in ieder geval een breed draagvlak in de raad gaat krijgen. Dat is
op zich een verheugend verschijnsel. Al datgene dat er al is gezegd over het vervolgtraject zal
pas na de presentatie volgende week ter discussie komen. We hebben het voornemen om
achtereenvolgens eerst uw raad daaromtrent te informeren, dan het Georganiseerd Overleg, het
totale ambtelijke apparaat en vervolgens met een persconferentie dat proces af te sluiten. En dan
heb ik het heel nadrukkelijk over een informatieproces. Daarna zullen discussierondes zowel
langs de lijnen van de politiek als vanuit het Georganiseerd Overleg en het ambtelijke apparaat
via de M.C.'s tot stand gaan komen. Ik wil toch echter één heel kort maar wel indringend
waarschuwend geluid laten horen. De voorgestane reorganisatie is onlosmakelijk verbonden met
een toch niet onaanzienlijke bezuinigingsoperatie. En dat proces dat vraagt, dat is door enkelen
uwer opgemerkt, om keuzes. En zoals sommigen al hebben gezegd: moeilijke keuzes. De
verwachting echter dat die keuzes allemaal al bij de kadernotabehandeling 1994 aan u zullen
worden voorgelegd, lijkt mij niet reëel. Het college moet, wil de kadernotabehandeling op 4 en
8 maart aanstaande plaats kunnen vinden, rond de jaarwisseling de besluitvorming rond die
kadernota hebben afgerond. Het is niet reëel om te verwachten dat we dan de hele zaak al op
een rij hebben staan.
De heer GARRITSEN
Dat betekent in feite dat we toch weer bij de begrotingsbehandeling redelijk uitvoerig misschien
op die zaak terugkomen, als de kadernota al weer niet die duidelijkheid geeft.
Wethouder SANDBERG
Ik zeg niet: al weer niet. Ik zeg alleen: als u denkt en de verwachting nu uitspreekt dat, met
betrekking tot de hele bezuinigingsoperatie en daarmee ook met betrekking tot de reorganisatie,
bij de kadernota al die keuzes aan u worden voorgelegd en u daarop een afgewogen beslissend
oordeel kunt geven, dan is uw verwachting te hoog gespannen. Overigens, we praten ook over
een ombuigingsoperatie die meerdere jaren zal beslaan en die zullen we zeker niet eventjes op
4 en 8 maart aanstaande met elkaar kunnen afhandelen. Natuurlijk, het college werkt hard en
we zullen zeker voor het eind van dit jaar bij onze voorbereiding van de kadernota de verdere
contouren van die bezuinigingsoperatie in beeld proberen te brengen, zodat u zich een oordeel
daarover kunt vormen. Maar ik denk wel dat voor het komend jaar de periode tussen de kadernota
en de begrotingsbehandeling een heel essentieel moment is, waarin die verdere invulling zeker
voorhetjaar 1994bij de begrotingsbehandelinggestalte zal krijgen. Datu dus belangrijke besluiten
zult nemen, is evident. Dat het college op basis van die besluiten verder gaat met de voorbereiding
van de begrotingsbehandeling, is ook evident. Maar laten we niet - en dat wilde ik alleen maar
zeggen - bij elkaar de verwachting oproepen dat het met de Kadernota 1994 voor nu en de
komende jaren wordt geregeld. Dat is een te hoog gespannen verwachting.
Wethouder VAN RAAK
Ik loop de inleidingen af, dat lijkt mij het handigste. De eerste vraag van het CDA betreft de
invulling van het amendement bij de kadernota. Wat mijn portefeuille betreft hoef ik alleen maar
inzicht te geven in het onderdeel gehandicapten. Er is een inventarisatie gemaakt van de
gemeentelijke gebouwen die eventueel voor een aanpassing in aanmerking zouden kunnen komen.
Op basis daarvan is er door de beleidsvoorbereiding en door het Platform Gehandicapten een
voorstel gedaan. Dat komt binnenkort in het college, daarna kan dat naar u toe. In het voorjaar
1993 komt het voorstel 1993 aan de orde. Ik hoop u bij het voorstel 1992 al enig inzicht te kunnen