20 OKTOBER 1992 424 in overleg en bereid het goed voor. Maar de manier waarop het nu is gegaan, zoveel keren, dat kan natuurlijk niet, dat moet anders. Wethouder VAN DONGEN De heer Dubbelman en de heer De Leeuw praten over de sluitende begroting. De heer Dubbelman noemt het cosmetisch sluitend gemaakt en de heer De Leeuw zegt met kunst en vliegwerk sluitend gemaakt. Waar het om gaat is dat u het ons kwalijk zou hebben genomen als wij niet voldaan zouden hebben aan de afspraken in het programakkoord, waar we zeggen: het college komt jaarlijks met een sluitende begroting. Dat is het uitgangspunt geweest. Dat dat op dit moment met kunst en vliegwerk is gedaan heeft twee redenen. Allereerst, omdat we met een gat zaten dat gevuld moest worden. En op de tweede plaats, omdat er een aantal zaken ingevuld moest worden, dat we ook met zijn allen willen. Als we praten over die totale situatie, dan is die voor 1993 éénmalig sluitend gemaakt. U heeft ook in de Nota van Aanbieding kunnen zien, dat er een aantal wensen ligt, ze vliegen vanavond weer over tafel, van wat we als college wel of niet zouden willen. Ook op bladzijde 12 en 13 van de Nota van Aanbieding wordt een aantal zaken genoemd. Dat is de achtergrond geweest in relatie met het gat dat in het meerjarenperspectief zat voor 1996 van 4,6 miljoen. De heer Sandberg had het erover om ten aanzien van die taakinvulling de secretaris de opdracht te geven om met een voorstel te komen, een voorstel in de richting van het college want het is de primaat aan de politiek. Dus het college zal uiteindelijk op basis daarvan de besluiten nemen. En daarmee zult u ook zelf worden geconfronteerd op het moment dat u ook de besluiten neemt in het kader van de kadernota. Op dat moment komen ook alle discussies over voorwaardenscheppend beleid, verhoging voor bepaalde zaken, zaken als verzelfstandiging, privatisering, geen eenzijdige bezuinigen, weer terug en ik neem aan dat we op basis van evenwichtigheid zoals ook in het programakkoord is vastgelegd, samen daar weer uit zullen komen. Diezelfde evenwichtigheid heeft ook een rol gespeeld bij de besluitvorming rondom de schouwburg en de vier punten die daar worden genoemd. Uitgaande van de situatie zoals het college had vastgelegd, ook na de vaststelling van het amendement bij de kadernota, in relatie tot de vaststelling van de begrotingsbehandeling en het investeringsplan, in relatie tot het aantal prioriteiten dat ook in de verschillende partijen en ook in het programakkoord staat, is er bij de discussie over de begroting van de schouwburg een aantal zaken in een bijzonder perspectief geplaatst, naar voren getrokken, speciale aandacht aan gegeven. Die zullen afzonderlijk aan u worden voorgelegd en u zult op basis daarvan afzonderlijke besluiten nemen. Als wij praten over de voorstellen zoals de ouderensteunpunten in Heuvel, dan zal de dekking worden gevonden uit de overloop 1992 van het Meerjarenplan Stadsvernieuwing, tenzij een herijking van de jaar schijf 1993 stadsvernieuwing plaatsvindt. U weet dat wij ten aanzien van ouderensteunpunten meer zaken kortsluiten met het stadsvernieuwingsbeleid. De dekking van de structurele last die dat met zich meebrengt zal ook bij de Kadernota 1994 in relatie worden gebracht met de totale capaciteit en de lasten voor het jaar 1994. Over andere zaken die in dat totaal perspectief zitten het volgende. U weet dat wij in het kader van grotere projectenplannen 4,5 miljoen beschikbaar hebben voor de busbaan. U weet dat het college op dit moment geen besluiten aan u heeft voorgelegd ten aanzien van die busbaan. Dat betekent dat de rentelasten voor 1993, de halve rente als dat project in 1993 zou zijn doorgegaan, vrijvallen. In het kader van de grotere projectplannen is afgesproken dat die vrijvallende rente, halve rente op dit moment, toegevoegd zal worden aan het totale budget voor grote projecten, want u weet ook dat daar nog een tekort in zit. In het kader van de prioriteitsafweging nu heeft het college besloten voor 1993 de kapitaallasten van de andere 3 projecten daarin mee te nemen en de overige structurele lasten mee te nemen bij de behandeling van de Kadernota 1994 en de blijvende investering mee te nemen in het investeringsplan 1994. Dat totale beeld zal bij de afzonderlijke besluiten aan u worden voorgelegd. Ten aanzien van het zwembad geldt nog een uitzondering. Het voorbereidingskrediet zal mede gerelateerd moeten worden aan het totale investeringskrediet voor het zwembad en zal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 424