20 OKTOBER 1992
441
ook in de gemeenschappelijke besluitvorming vanuit het college in de richting van alle leden van
het college samen bepaald en samen gaan we op basis van dat evenwicht verder, gebaseerd op
het programakkoord.
De VOORZITTER
Wethouder Van Fessem behoefte? Dan zijn we thans toe aan de besluitvorming. U heeft inmiddels
gemerkt dat u een paar oliebollen heeft gekregen, dat is om de pijn te verzachten, omdat u
morgenavond hier niet gezellig met uw collega's kunt vergaderen.
De heer DE LEEUW
Voorzitter, bij interruptie. Wij hebben een motie achter de hand gehouden. We hebben het
antwoord gehoord van het college ten aanzien van de invulling van de 15.000,—. We willen
alsnog de motie indienen. Ik wou voor de andere fracties de gelegenheid vragen om zich daar
over te beraden. Misschien kunt u de vergadering voor een enkele minuut schorsen.
De heer TAKS
Voorzitter, kan dat volgens het reglement wel? Ik wil niet naar doen, maar zijn de beraadslagingen
niet gesloten?
De VOORZITTER
Ik heb nog niet geconcludeerd dat de beraadslagingen zijn gesloten. Ik stel voor te voldoen aan
het verzoek van de heer De Leeuw en ik schors de vergadering voor 5 minuten.
SCHORSING
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER
Er heeft enig overleg plaatsgevonden. Ik geef het woord aan de wethouder van Financiën om
het standpunt terzake van het college te verwoorden.
Wethouder VAN DONGEN
Het college zegt toe voor 1993 vanuit de post onvoorzien of vanuit de algemene dienst, dat moeten
we nog uitzoeken, eenmalig 15.000,— aan het budget emancipatiebeleid toe te voegen, met
dien verstande dat die korting van 15.000,-- met ingang van 1994 wordt opgevangen binnen
het budget emancipatiebeleid.
De VOORZITTER
U moet het zien als een wijziging op de begrotingsvoorstellen, zoals die op dit moment voorliggen.
Dat betekent voor de nu komende besluitvorming, dat u zich ook impliciet uitspreekt voor dit
voorstel, dat het resultant is van het overleg van talloze raadsleden op de gang.
De heer DE LEEUW
Voorzitter, dit is in wezen de motie en het verhaal waarom wij hebben gevraagd bij onze
beschouwingen. Op dat moment ligt het beleid op tafel en op dat moment kunnen we de zaak
ook goed afsluiten.
De VOORZITTER
Dit is een impliciete toezegging van het college. Als daarvoor een formele wijziging nodig is
in de vorm van een raadsbesluit, wij kunnen die nu niet formuleren, dat zou onzorgvuldig zijn,