22 OKTOBER 1992 455 Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Ik wil even terugkomen op het punt van de 220.000 bezoekers. Onze fractie vraagt om een jaarlijkse toetsing van het feitelijke bezoekersaantal. Ik heb ook gesproken over het gedeelde management. Als het goed gaat is dat geen punt van discussie, maar wanneer er bijstellingen nodig zijn dient goed te worden bekeken hoe men met de programmering omgaat en moeten er een knopen worden doorgehakt. Dat was de kern van mijn opmerking. Wij zijn blij dat er een INDRUK verschijnt inclusief een goed verwoorde financiële paragraaf. Betreffende het definitief ontwerp en het dak: wij zijn zeer benieuwd naar de materialen van het dak. Wij kijken reikhalzend daarnaar uit, zeker nu wij weten dat de kosten hiervan binnen het budget moeten blijven. Mevrouw HEESSELS Wij danken de wethouder voor de beantwoording in eerste termijn. Deze is hetzelfde als in de commissie. In de richting van de heer Bokkelkamp: wij vinden zijn verhaal mooi, maar het overtuigt ons niet. Het schouwburgcomplex dat Breda wil bouwen kun je niet vergelijken met schouwburgen in Amsterdam en Den Haag. Ook al heeft de heer Ten Zijthof dat al eerder aangegeven dan nog vind ik dat Breda niet de pretentie moet hebben gelijk te zijn aan deze steden met hun Carré en Circustheater en dat Breda het alleenvertoningsrecht krijgt. Wij hebben bewust niet gebeld met producenten maar met onafhankelijke instanties zoals de sectie cultuur van de V.N.G. want zij hebben er niet direct belang bij, en dan komen er twijfels naar voren. Wat betreft de culturele inhaalslag waarover de heer Bokkelkamp spreekt, verwijs ik naar een artikel in het AD waarin wordt gezegd dat de kans van een cultuurspreiding vanaf de Randstad wat minder groot is. Voor wat de politieke afweging van de risico's betreft: de PvdA maakt een andere inschatting en blijft het een te ambitieus plan voor Breda vinden. Hier is sprake van een opeenstapeling van risico's. Het plan moet zeer veel bezoekers van buiten Breda trekken. Het accent wordt sterk op het amusementsgedeelte gelegd. De financiële risico's zet de heer Bokkelkamp af tegen een aantal culturele instellingen zoals een biblio theek. Daarop zou ik willen zeggen dat dat dus juist een politieke afweging is die je maakt. De bredere doelgroep die gebruikt maakt van de voorzieningen zoals de heer Bokkelkamp die noemt, maakt dat de PvdA daar prioriteiten stelt die ze bij de Schouwburg niet stelt, gezien de cumulatie van risico's die hier worden genomen. De heer VAN OS De PvdA heeft het uitsluitend over te laag ingeschatte risico's en over bezoekersaantallen. Ze vergeten daarbij de lage inschattingen die de gemeente maakt aan de inkomstenkant; het gaat om een totaal inschatting. Mevrouw HEESSELS De gemeente is voor wat betreft de inkomstenkant inderdaad voorzichtig in haar inschattingen. Daar staat tegenover dat ze voor wat betreft de uitgavenkant een duidelijk minder voorzichtige benadering heeft gekozen. Had men dit wel gedaan dan zou men meer in de richting van de minimum inkomsten maximum uitgaven variant uit het rapport Beerenschot, zijnde 4 miljoen, zijn gekomen. Wij kunnen niet akkoord gaan met dit voorstel. De positie van de PvdA-wethouders is voldoende verwoord in het voorstel. De heer BOKKELKAMP Ik ben droevig gestemd. Mijn betoog heeft de PvdA niet over de streep kunnen trekken. Ik vraag mij af wat de PvdA voor cultuur over heeft. Zij gingen niet in op de cijfers die ik heb genoemd. De uitgaven van 378,-- per persoon voor kunstzinnige vorming zijn dus wel verantwoord?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 455